Costa Rica / Panama

 Home  Dagboek  Foto's  Kaart  Route Klimaat  TageBuch Deutsch
Veilige douche !!! ???
Rondje langs de kusten van Costa Rica met uitstapje naar Panama.

Reisverslag van een fietstocht door Costa Rica langs Pacifische en Caraïbische kust. Naar Bocas del Toro in Panama, Panama City en Het Panama Kanaal. Via de InterAmericana weer terug naar Costa Rica.

Donderdag 25 december 2003.

Bedankt voor de tip. Tot driemaal toe bedank ik het Schiphol-personeel voor de tip; toch zeker niet te vergeten de lucht uit de banden van onze fietsen te laten lopen. In het bagageruim van een vliegtuig is een onderdruk, daardoor kunnen de banden klappen. Toch vergeten we in de hectiek van het inchecken de banden te legen. Tientallen malen hebben we eraan gedacht. Nu niet. Afwachten maar.
Op Schiphol wordt ons door Martin Air, wegens overboeking van het vliegtuig, 300 dollar per persoon aangeboden. Dit als we vier uur later met KLM via Mexico naar San Jose willen vliegen. In Mexico moet alle bagage opnieuw ingecheckt worden. EN we zijn niet om 07:00 uur in San Jose, waarschijnlijk ergens midden in de nacht. Hoewel aanlokkelijk, we doen het niet.

Vrijdag 26 december 2003

De fietsen komen in perfecte staat uit het vliegtuig met harde banden. Dus banden leeg laten lopen is ook niet nodig.
EN op het vliegveld in San Jose staat een heer met een papier “ Wim Leeuw ”. Eindelijk een transfer, geboekt via Internet, van vliegtuig naar eerste hotel die wel lukt.
TOCH het in- en uitchecken in Miami is een crime. We gaan met hetzelfde vliegtuig verder toch moeten we bij de Amerikaanse douane netje Amerika binnengaan. Dit geschied met alarmcode “ORANGE” heel precies, zodat er bij de 25 loketten lange wachtrijen ontstaan. Daarna worden we groepsgewijs dwars door het luchthavengebouw weer bij de uitcheckbalie afgeleverd. Hier moeten we zelfs de schoenen uittrekken. Als iedereen weer in het vliegtuig zit, vertrekken we met een uur vertraging naar San Jose.
Bij het Bed& Breakfast, hoog in de heuvels, aangekomen is het inmiddels donker. We drinken nog een pilsje op het terras met een fantastisch uitzicht op een vallei. Onder het licht van de sterren stelt zich een deel van de fauna voor; een vijftien centimeter lange wandelende tak, een twee centimeter hoge spin en als laatste een duizendpoot van ongeveer tien centimeter.
Van de Kerst merken we niet veel, behalve dan dat de Costaricanen voor de Amerikanen qua kerstverlichting van huis en tuin niet veel onder doen.

Zaterdag 27 december 2003...........Atenas – Boca de Bararanca ( Bij Punteneras) (53 km)

Over de eerste zes kilometer doen we een uur. Regelmatig moeten we afstappen, omdat de weg veel te steil voor is .EN. Vertrek om half zeven is veel te laat, al erg warm direct. Na een uur gaat het bergafwaarts richting de Pacifische oceaan. Met af en toe een klimmetje gaat het lekker. Zeer mooi landschap, het regenseizoen is aan deze kant van Costa Rica net voorbij, alles is dus nog mooi groen. Ficussen en Yucca’s vormen hier de afscheidingen tussen erven en weilanden. Onder weg komen we, hoe kan het ook anders, twee Nederlandse fietsers tegen. Ze hebben in drie weken in tegengestelde richting een groot deel van onze voorgenomen route gevolgd. Veel informatie om uit te wisselen dus. Twee dagen geleden hebben ze een heftige aardbeving meegemaakt. Iedereen in paniek het hotel uit. Costa Rica is een lange rij nog merendeels actieve vulkanen, dus zoiets kan hier gemakkelijk voorkomen.

Zondag 28 december 2003.......................................Boca de Barranca - Montezuma ( 64 km)


We hebben geluk, als we om 06:30 uur in Punteneras aankomen, ligt er een veerboot gereed voor vertrek. Anderhalf uur lekker in de opkomende zon naar het schiereiland Nicoya. (Later horen we dat er ook een toeristenboot van Montezuma naar Tarcoles vaart. Veertig dollar per persoon )
Gelijk na aankomst beginnen de kleine venijnige klimmetjes. Daarna houd het asfalt op, maar de klimmetjes niet. Het is erg moeilijk de fiets met bepakking op rollende keien de heuvel omhoog te krijgen.
Steil. Nog nooit ben ik met de fiets, te voet een heuvel afgegaan. Met de bepakking, en het eigen gewicht, blijft de fiets snelheid maken. De laatste paar kilometer naar het strand van Montezuma gaan zeer steil naar beneden.

De week met daarin de kerstdagen en oud en nieuw is ook in Costa Rica een geliefde vakantieweek. In het dorp is alles vol. Gelukkig vinden we even buiten het dorp een leuk huisje met terras en uitzicht op de Pacific, rondom een grote tuin. Vooral de tuin laat een grote diversiteit aan flora en fauna zien. Een wasbeer, een miereneter en enkele eekhoorns kunnen we al schommelend op onze veranda aanschouwen. Toch zijn ze niet tam. Zodra ze ons een beweging in hun richting zien ondernemen, ik wil een foto maken, zijn ze verdwenen.


Maandag 29 december 2003........................................................................................Montezuma.

Costa Rica, Rijke Kust, doet zijn naam eer aan. Het is een genot zomaar voor je uit te staren, de dieren presenteren zichzelf. Een kleine wandeling en je ziet de mooiste planten.
Soms is het ook wel even schrikken. Op een rustig weggetje, ineens een schreeuw, alsof er een hulk je in je nek wil springen. Het zijn howler monkeys. Deze brulapen geven een verschrikkelijke oerkreet van zich, als ze gestoord worden. Verder blijven ze gelukkig in de bomen.


Dinsdag 30 december 2003...........................Cobano – Jabilla (Playa San Miguel) ( 48 km)

Tot nu toe de mooiste fietsdag van al mijn fietstochten. Ook een dag met erg veel pech. Het begint met een gebroken ketting van Dagmars fiets. Twee jaar geleden op oudejaarsdag gerepareerd met een clickfix, breekt deze zelfde schakel één dag voor oudjaar. Met een nieuwe clickfix snel weer gemaakt.
De weg die we vandaag volgen staat op veel kaarten niet ingetekend. Ik begrijp nu waarom. Het begint met fantastisch frisse weiden en bossen in een heerlijk koele ochtendzon. De weg is aangelegd over de toppen van een heuvelrug, af en toe een steil klimmetje. De weg is in zeer slechte toestand. In de regentijd met de fiets zeker niet aan te bevelen. Prachtige natuur vogels, vlinders, bloemen lekker rustig af en toe een 4WD of een crossmotor.
Dan staan we opeens voor een rivier. Ik zie bandensporen het water ingaan, maar nergens een weg aan de andere kant te zien. Ik fiets een eindje terug, waar een boer met zijn zoon op het land aan het werk is. Zonder dat we elkaar verstaan begrijp ik dat we er met de fiets wel door kunnen. Eerst naar links, daarna bij een kleine waterval oversteken. Ik probeer het eerst zonder fiets en zowaar om de bocht zie ik de weg aan de andere kant van de rivier weer verder gaan. Daarna met de fietsen, de fietstassen blijven net droog, het water is heerlijk koel.
Aan de andere kant volgt een steile weg het rivierdal uit. Met moeite krijgen we lopend de fietsen op de top van de heuvel. Er volgen nog drie rivieren, maar we krijgen ervaring en vinden snel de weg aan de andere kant, zonder al te diep door het water te moeten waden. Echter de oevers blijven erg steil en glad. Regelmatig ga ik terug om Dagmar te helpen haar fiets omhoog te krijgen.
De kilometers op de kaart kloppen niet, de 22 naar Fransico worden er 35. De bewegwijzering is verder, ook op de zandwegen, perfect. Op bijna elke kruising staat een bord. En, is er twijfel dan is er nog steeds de zeer vriendelijke bevolking die maar al te graag bereid is je te helpen.
We willen vandaag nog naar Samara, maar tijdens het lopend beklimmen van een heuvel sist mijn achterband leeg. Er zit een scheur(tje) in. We besluiten een stukje terug te lopen en aan het strand een hotel te nemen. Waar ik de gescheurde achterband met de voorband verwissel.

Woensdag 31 december 2003.....................................................Jabilla – Playa Pelada (72 km)

Niet alleen op kerstavond was de stal vol. Ook op oudejaarsdag fietsen we een paar uur in de brandende zon heen en weer om een overnachtingplaats te vinden. Alles is vol, echter men heeft toch een beetje meelij met fietsers. Een hoteleigenaar heeft een kennis die vroeger kamers verhuurde. Een telefoontje en de man zal ons met zijn pick-up ophalen. Midden in de bossen krijgen we een heel leuke kamer, maar er is niets te eten of te drinken. De vriendelijke Amerikaanse eigenaar, die bij bijna accentloos Duits spreekt, brengt ons met zijn auto naar een restaurant. Verder wijst hij ons langs het strand en de affenweg een kortere weg via een voetpad terug.
Vandaag weer een erg hete dag. Veel heuvels gaan we lopend op en lopend af. Ze zijn zo steil en met losse keien bezaaid, dat zelfs de afdaling te voet met glijpartijen gepaard gaat. Al remmend op de fiets vinden we al helemaal geen houvast meer. Wederom waden we enkele rivieren door. Elke keer toch weer leuk en erg verfrissend. Op het eind van de dag word ik nog even beloond met weer een lekke achterband.

Donderdag 1 januari 2004.........................................................Playa Pelada – Pagros (57 km)

Het nieuwe jaar begint goed. Drie maal een lekke band, dezelfde, de mijne.
Het echte nieuwe jaar hebben we aan de binnenkant van onze ogen gezien. Even wakker van een paar knallen, verder geslapen al een blok.
Vijf minuten lopen van onze slaapplaats is een hotel, waar de vriendelijke pensioneigenaar voor het oudejaarsdiner een tafel heeft besteld. Het blijkt één grote tafel te zijn waar we met (te) veel Amerikanen en enkele Nederlanders het laatste maal van 2003 genieten. Het eten is goed, maar we zijn te moe om het tot 12:00 uur vol te houden.
De fietsen moeten buiten blijven staan (meestal nemen we ze mee op de kamer) en zeer goed afgesloten worden. Volgens de Amerikaan hebben de Costaricanen (tico’s) heel andere ideeën over het mijn en dijn. Alles wat ze illegaal ondernemen, stelen, en daarbij niet gepakt worden is toegestaan. Het is nu een de tweede maal dat een Amerikaan ons dit verteld.
Geleerd van te lang zoeken naar een overnachtingplaats, stoppen we enkele kilometers voor de kust bij een restaurant. De eigenaar belt met behulp van de Lonely Planet de strandhotels. Alles vol. Een eindje van de kust vindt hij cabanes voor ons. Van een vergoeding voor de telefoongesprekken wil hij niet horen.

Vrijdag 2 januari 2004............................................................................Pargos – Liberia (89 km)

De hitte is moordend, 35 graden in de schaduw, in de zon 40, en op het mooie nieuwe zwarte asfalt….? De laatste 40 kilometer rijden we weer over redelijke vlak asfalt. Hitte van boven en van onder met een snoei harde wind op de kop, dodelijk vermoeid komen we in het hotel aan.
Onderweg ontmoeten we een Duitser die hier werkt. Kwaliteit kiepramen maakt hij met zijn bedrijf, zeer goede business volgens hem. Dit alleen voor de rijke upperclass die hun villa’s aan de kust laten bouwen. Zelfs de rijke Amerikanen, die hier ook veel laten bouwen, zijn verrast over de kwaliteit van de Europese vensters, veel beter dan in Amerika. Over de tico’s waarmee de Duitser samenwerkt, is hij niet zo tevreden. Ze leven bij de dag van vandaag en plannen niets. Voor een bedrijf een crime maar als levenswijze volgens mij een aangenamere dan de onze.
Hitte, we ontmoeten nog twee Nederlanders op de fiets, ze komen van de noordkant, zijn één week onderweg en zien er nog erg bleekjes uit. De gehele week hebben ze regen en zeer harde wind meegemaakt, zij zijn blij met de zon.

Zaterdag 3 januari 2004..........................................................................................................Liberia.

De harde wind is aangewakkerd tot een storm, we zien met angst en beven de dag van morgen tegemoet. Zoals de wind nu waait, hebben we deze morgen weer pal op de kop. In de stad komen we enkele binnenbanden. ‘Onze’ maat voor buitenbanden hebben ze niet.

Zondag 4 januari 2004....................................................Liberia – Hacienda Inocentes. (72 km)

De carretta Interamericana is de doorgaande weg van Noord naar Zuid Amerika. Een volgens de boeken zeer druk bereden route. Echter nu, op zondag, verrassend rustig. Op de 50 kilometer die we er op fietsen zien we maar een stuk of dertig vrachtwagens.
De nog steeds snoei harde wind kan niet beslissen of hij tegen of mee wil werken. Na 50 kilometer nemen we zelf dan maar de beslissing, slaan rechts af, recht tegen de wind in.
We zijn op weg naar de noordkust en moeten de bergen over. We hebben het laagste punt gekozen om over te steken. Af en toe regent het. Gelukkig is het niet zo warm meer.
We overnachten op een boerderij met hotel faciliteiten. Een prachtige plaats midden in de natuur. Wederom veel mooie dieren en planten in de directe omgeving.

Maandag 5 januari 2004..............Hacienda Inocente – San Rafael de Guesteso. (108 km)

Vandaag voert de route ons door sinaasappelakkers en regenwouden. En ja, in regenwouden regent het, veel. Dikke vette miezer regen. Het is niet koud, dus we fietsen gewoon in korte broek en T-shirt. De plantenrijkdom is groot, vele bomen vol met bromelia’s. Het bloeiseizoen voor deze mooie planten is zo te zien net voorbij.
De eerste 12 kilometer is mooi asfalt, dan volgt na Santa Cecilia 21 kilometer verschrikkelijke zandweg. Het zand is nat en zuigt je vast op de weg. De keien zijn groot dik rond en glad. We glibberen een paar uur over dit stuk. Na de zandweg worden we door de grenspolitie, de weg loopt langs de grens met Nicaragua, van de weg gehaald. Hij wil onze namen weten en waar we vandaan komen. Trots weet hij de hoofdsteden van Nederland en Duitsland te noemen. De ‘aanhouding’ is, denk ik, meer om zijn verveling te verdrijven en om ons uit de regen te houden. Op dat moment komt het met bakken de hemel uit. Als het weer droog is kunnen we gaan.
Verder is de weg weer goed, al zal een automobilist, daar een andere mening over hebben. Om de grote gaten heen fietsen is voor ons geen probleem.
Na 68 kilometer zijn we in Upale. Ook hier probeer ik een nieuwe buitenband te kopen. Ze hebben hier veel kleine mountainbikes, 26 inch is de grootste maat. Omdat Upale ook niet veel soeps is rijden we nog 40 kilometer verder naar San Rafael. Onderweg veel akkers en bossen. Vooral de grote diversiteit van de verschillende soorten vogels en vlinders blijft ons verbazen.

Dinsdag 6 januari 2004...................................San Rafael de Guesteso – La Fortuna. (48 km)

Van San Rafael loopt er een lange zandweg omhoog naar het meer van Arenal. De Nederlanders die we spraken hadden 5 uur nodig gehad om deze weg bergAFwaarts te gaan. Groter ronde keien maakten het fietsen bijkans onmogelijk. Ook navraag bij de lokale bevolking leert ons dat deze weg met grote stenen geplaveid is. Dit en omdat de toppen, en ook ver daaronder, van de bergen al dagenlang in de wolken liggen doen ons besluiten via een andere weg naar Fortuna te gaan.
Voor tienen zijn we al in Fortuna. De vulkaan Arenal, één van de hoogtepunten van een Costa Rica reis, is door de laaghangende bewolking niet te zien. Erger nog, er zijn helemaal geen bergen te zien. De noordkant van Costa Rica , zo lees ik, heeft niet echt een droog en een nat seizoen. Er zijn twee seizoenen nat en natter. Dit komt de vegetatie wel ten goede, prachtig.

Woensdag 7 januari 2004..........................................................La Fortuna – La Virgen (90 km)

Een beetje comfort in de wildernis, dat bevalt me nog toch het beste. Gisteren in het toeristendorp La Fortuna was niks. Niet gezellig, niet knus, niet echt iets te zien.
Vandaag zijn we in La Quinta Sarapigui. Kleine bungalows, met overdekte veranda en hangmatten, bij een rivier in een regenwoud. En regenen doet het. Al twee uur lang komt het met bakken uit de lucht. Alle paden naar de bungalows zijn overdakt. Ze zijn goed voorbereid.
Vanmorgen ook in de stromende regen vetrokken. Het zag alom grauw, dus wachten had geen zin. Na een half uur en enkele honderden meters lager wordt het weer droog. Aangenaam koel onder een licht wolkendek.
Na een 8 kilometer lange gestadige klim komen we in Aguas Zacas. Op deze hoogte regent het weer. We eten een gevuld broodje bij een panarida. Lekker. Men waarschuwt ons toch vooral goed op onze fietsen te letten. De fietsen die, niet direct onder handbereik, maar wel goed in ons zicht staan zetten we dan maar vlak voor de deur van de bakkerij.
Het blijft regenen. We gaan verder. Een stuk lager is het weer droog. De 24 kilometer naar San Miguel is voorzien van goed asfalt, maar doorspekt met leuke pittige heuvels. Leuk als het niet regent, af en toe krijgen we weer een fikse bui op ons kop. Dan met de wind recht tegen is het even blik op oneindig en doorfietsen. Er is hier veel overnachtingsmogelijkheid, ook in de wat kleinere dorpjes ( Vuelta de Kopper, Venecia, La Virgen).

In San Miguel ontmoet ik de Nederlanders weer, die we ook tijden onze eerste fietsdag tegenkwamen. Zij ‘doen’ Costa Rica linksom, wij rechtsom. De vrouwelijke helft is niet 100% fit. Dus hebben een taxi genomen om naar 2000 meter hoogte te komen. Zaterdag gaan ze weer naar Nederland terug.
Onderweg zien we een botanische tuin. We moeten even lachen. Voor ons is Costa Rica één grote botanische tuin.

Donderdag 8 januari 2004.....................................................La Quinta Sarapiqui Country Inn.

In het bos bij het hotel vliegen de vogels en vlinders je letterlijk om de oren. Vogels en vlinders die we alleen van plaatjes en uit de dierentuin kennen. Steeds weer een verrukking om naar te kijken. Vandaag zien we onze eerste toekan. De eerlijkheid gebied mij te zeggen, dat de vogels door het hotelpersoneel extra gevoerd worden.

Vlijtige mieren. In veel bossen zie je kleine platgetreden paadjes van een centimeter of 10 breed. In twee richtingen gaan hierover de mieren. De ene richting zonder en de ander richting met kleine bladdeeltjes. Ze slepen deze bladdeeltjes naar hun nest. Alwaar daarop voor hun voedselvoorziening paddestoelen worden gekweekt. Onvoorstelbaar dat deze kleine mierenpootjes een dergelijk pad kunnen uitslijten. (De Leaf cutting ant)


Vrijdag 9 januari 2004..............................La Virgen – Puerto Limon (Playa Bonita) (151 km)

Even doorzetten. In de ochtendkoelte gaat het eerst een half uur lekker bergafwaarts. Dan rechtsaf bij Puerto Viejo. Dagmar heeft haar ketting weer aan gruzelementen gereden. Even doorzetten. Een half uurtje frutselen, het gaat deze keer niet zo gemakkelijk, en we fietsen weer.
Van Puerto Viejo gaat het zo’n 40 kilometer gestadig, maar gemakkelijk, omhoog. Tot het dorpje Santa Clara, eigenlijk alleen een kruispunt. Linksaf richting Puerto Limon. Wegnummer 34. Dit is de verbindingsweg tussen de hoofdstad San Jose en Puerto Limon de enige havenstad aan de Caraïbische kust. Erg druk dus. Even doorzetten.
Veel vracht-container-verkeer raast ons voorbij en komt tegemoet. DOLE bananen, Delmonte fruit. Geen aangename weg om te fietsen. Toch de weg is goed, de heuvels zijn langzaam stijgend en langzaam dalend.
Volgens planning wilden we in Siquirris overnachten. Echter om 12:00 uur zijn we al daar. Het dorp ziet er niet erg aanlokkelijk uit en het is licht bewolkt, dus besluiten dan maar in één dag naar de kust te fietsen. Even doorzetten.
Volgens de Lonely Planet zijn er in Siquirris enkele basic pensions. Aan de rechterkant voorbij de hoofdkruising en bij de brug staat een hotel met cabanes die er aan de buitenkant zeer redelijk uitzien. Ook onderweg zijn er overnachtingsmogelijkheden, echter niet veel.
Ook hier ontmoetten we voor de tweede keer de Nederlanders die we op Schiphol tegenkwamen. We babbelen gezellig een half uurtje, wisselen informatie uit en gaan weer verder.

Zaterdag 10 januari 2004.............................................................................................Playa Bonita.

Playa Bonita is aardig in verval geraakt. Villa complex te koop. Hotel vervallen. Nu op zaterdag wat drukker op het strand; de locals en er ligt een Amerikaans cruiseschip in de haven.
Het begint met 70 dollar per persoon, dan 50, dan weer 60, uiteindelijk betalen we 50 dollar voor een boottocht op het kanaal van Tortuguero. Giethoorn in de jungle. Zeer indrukwekkend. Wederom zeer mooie natuur. Prachtige boottocht. Krokodillen en luiaards zien we voor het eerst.
We fietsen om 06:00 uur naar de haven, waar we de snurkende 24uurs bewaking wekken. Neen het is nog te vroeg voor een boottocht kom om zeven uur maar terug. Nog even rustig ontbijten in het hotel en liften dan naar de haven terug. Daar huren we met z’n tweeën een klein motorbootje met gids. Tip; ga vroeg naar de haven, boek niet via een hotel. Kost net zo duur, maar je zit met zo’n man of twintig in een boot en je vertrekt pas om 10:00 uur. Als we rond 1:00 uur terugkeren, komen we tientallen met toeristen volgeladen grote en kleine boten tegen. Ze strijden om een goede plaats; de luiaards te zien.
Het kanaal van Tortuguero is deels gegraven en bestaat voor het overige uit natuurlijke (delen) van lagunes. Het kanaal loopt parallel aan de Caraïbische kust en was/is bedoeld om vissers een veilige doorvaart langs de kust te bieden.
Onze fietstocht gaat langzamer dan gepland. Gepland? Eigenlijke hebben we niet veel van te voren vastgelegd. De zuid- en noordkust van Costa Rica en het Panama kanaal te zien, dat was zo’n beetje onze planning. Ik weet niet of we het redden tot Panama City.

Zondag 11 januari 2004.....................................................Playa Bonita – Puerto Viejo (69 km)

De weg van Puerto Limon naar Puerto Viejo is één mooie grote vlakke asfalt plaat. Grotendeels vlak langs de kust. Onder een licht bewolkte hemel fietsen we dan ook in no-time naar onze volgende rustplaats aan de Caraïbische kust. Na een droge ochtend regent het weer de gehele middag.

Maandag 12 januari 2004..............................................Puerto Viejo – Bocas del Toro (95 km)

Het lijkt de weg naar het einde van de wereld. De 45 kilometer naar de grens met Panama. De weg is echte breed en echt slecht. Naarmate we de grens naderen wordt de kwaliteit van de weg steeds slechter. In Sixola, een spoorbrug, de ene kant uitchecken in Costa Rica. Lopend de brug over en inchecken in Panama. Gaat redelijk snel, men doet niet moeilijk.
De weg in Panama is een stuk beter. Net als in Costa Rica rijden we, zo lijkt het, door één grote bananenplantage. Chiquita deze keer. Door een EU maatregel; meer bananen binnen Europa af te nemen, zijn veel mensen hier werkeloos geworden.
De bewegwijzering in Panama is erg slecht. We blijven de stroom volgen, rijden een keer verkeerd, vragen vaak de weg.
Als we de weg naar Almirante gevonden hebben, volgt direct de eerste verrassing. Weer een spoorbrug, deze keer midden in een hoofdweg. Ongeveer 500 meter lang en eenrichtingsverkeer. Tussen de planken op deze brug zitten grote naden, aan de zijkanten genoeg ruimte om met fiets en al door te vallen. Lopen dus, achter mij rijdt het verkeer stapvoets. De tweede verrassing; steile heuvels, in de brandende zon. Elke keer als we denken de top bereikt te hebben volgt er weer een nieuwe heuvel. Achteraf horen we dat we ook al in Changuinola een watertaxi hadden kunnen nemen. Deze vertrekt van Finca (boerderij) 16. Zeker de moeite om navraag te doen.
In Almirante aangekomen zoeken we een boot naar de Bocas del Toro eilanden. Het is niet echt duidelijk, dus laten we ons maar oppikken. Een jongen op een fiets brengt ons naar een aanlegsteiger. Drie dollar per persoon een anderhalve dollar per fiets. Een half uurtje wachten en dan gaat het richting Isla Colon.Volgens mij varen we veel te snel met de volgeladen polyester boot en de hoge golfslag. De boot stampt over de golven. Waarom? Naast de bestuurder zit zijn vriendin, we vermoeden dat hij indruk op haar wil maken. We komen droog aan. Krijgen de laatste kamer in het hotel. Isla Colon is een echt backpacker paradijs.
De eerste indruk van Panama; De stad ziet er welvarend uit, veel rijk gevulde winkels. Echter buiten de steden armer dan Costa Rica. Veel mensen leven in paalwoningen, met varkens en naakte kinderen eronder. Ook zien we groepen mensen een grote vuilnisbelt doorzoeken.

Dinsdag 13 januari 2004..........................................................................................Bocas de Toro

Vandaag geluksdag. Een rustdag zonder regen. De gehele dag naar het strand. Bocas del drago, een strand aan de andere kant van het eiland. Een prachtige weg (17 km) door wonderschone natuur. Het strand is in deze tijd van het jaar niet breder dan een meter of twee. In maart, april schijnen de stranden breder te zijn.
Wat is de wereld klein; hier ontmoeten we weer Peter uit Frankfurt, die we op nieuwsjaardag ook al aan de zuidkust gesproken hebben.
We hebben niet zoveel tijd meer. Nu we zo dicht in de buurt van het Panama kanaal zijn, willen we deze toch ook aanschouwen. We boeken in binnenlandse vlucht naar Panama City. Voor morgen is alles al vol, dan maar een dag later. De prijzen vallen erg mee $57,75 per persoon, per fiets $5 (blijkt later toch $12 per stuk te zijn)



Woensdag 14 januari 2004.....................................................................................Bocas del Toro

De dag begint met regen, met bakken komt het weer uit de lucht. Daarna lichte bewolking, een mooie dag om de nog onbevolkte stranden aan de oostkant te bezoeken.

Donderdag 15 januari 2004...........................Bocas del Toro – Panama City (per vliegtuig )

De vlucht naar Panama City vertrekt een uur te laat, verder gaat alles in het toch wel kleine vliegtuig voorspoedig. Aan de linkerkant van het vliegtuig heb je bij de landing een mooi zicht op het Panama Kanaal.
In Panama City is het verkeer een chaos. We vragen enkele malen aan vriendelijke politieagenten de weg. Toch hebben we moeite het hotel te vinden. Een kleine bus rijdt naast ons, en vriendelijke man vraagt waar we vandaan komen. Na hem geantwoord te hebben, vraag/schreeuw ik Avenida Peru. Follow me, roept hij. De alarmlichten van de bus gaan aan, en we volgen een minuut of tien de langzaam rijdende bus, tot we op de Avenida Peru zijn en snel ons hotel vinden.
’s Middags zoeken we een reisbureau, wat in een groot hotel gevestigd zou moeten zijn. Is er niet (meer). Voor een niet georganiseerd reizende toerist is het moeilijk de weg te vinden in Panama City. We onderhandelen met een taxichauffeur, voor 40 dollar zal hij ons die middag in zijn limousine door te stad rijden.
We beginnen met een bezoek aan de Miraflora locks. De vier sluizen in Het Kanaal aan de kant van de Pacifische Oceaan. Zeer indrukwekkend te zien de grote schepen met zeer kleine speelruimte door vier locomotieven door de sluis worden getrokken.
Daarna bezoeken we het oude Panama City. Inderdaad zeer oud en vervallen. Vroeger woonden hier de rijken van de stad. Nu zeker niet. We rijden stapvoets in de file door de oude stad.
Dan nog een kleine wandeling in een zeer drukke winkelpromenade, waar we, wat is de wereld toch klein, voor de derde keer de fietsende Peter uit Frankfurt tegenkomen.

Vrijdag 16 januari 2004...................................................................................Het Panama Kanaal.

We staan vroeg op, we willen met de trein langs het Panama Kanaal naar Colon, aan de Caraïbische zee. Net als de taxichauffeur van gisteren heeft ook de taxi deze ochtend de grootste moeite het station te vinden. Hij moet driemaal de weg vragen. Het station en de spoorlijn zijn sinds 2001, na vernieling door een aardbeving, weer in gebruik, en wordt hoofdzakelijk voor toeristische doeleinden gebruikt. Op het station nemen we, in al onze onnozelheid, een retourtje à 35 dollar per persoon. De trein vertrekt alleen om kwart over zeven. In een zeer koude airconditioned panorama wagon rijden we door jungle en moeras. Van Het Kanaal is weinig te zien. Desondanks is de rit zeer de moeite waard. De reis duurt een uur. In Colon aangekomen horen we dat de trein pas om 16:30 uur weer teruggaat. Dat hadden we niet verwacht. Colon is volgens de boeken een gevaarlijke stad, hoe moeten we hier een halve dag doorbrengen?
Samen met enkele andere besluiteloze toeristen huren we een taxi voor een rondrit door het stadje. De taxichauffeur is een levendige verteller. De stad is arm, zo verteld hij, maar een ieder die wil kan ook werk vinden. De stad ziet er zeer armoedig uit. Het vele geld, wat via de tolgelden van Het Kanaal het land binnenkomt, komt zeker niet in Colon te terecht. Na een uurtje hebben we het wel gezien. We gaan met de bus terug, duurt wel wat langer maar is een stuk goedkoper ($2 per persoon).

Webcam op het kanaal.

Wist u dat?
Het Panama Kanaal…...

  •  na twee mislukte Franse pogingen het Kanaal in 1914 na tien jaar arbeid door de Amerikanen werd geopend.
  •  de Panamesen en de Amerikanen de eerste jaren de opbrengst deelden.
  •  Het 80 kilometer lange kanaal en links en rechts een strook van 40 kilometer Amerikaans grondbezit was.
  • Op 31 december 1999 het Kanaal door Amerika aan Panama is overgedragen.
  • Er in het jaar 2002 13.185 schepen door het Kanaal voeren en samen 589 miljoen dollar aan tolgelden betaalden.
  • Een gemiddeld schip 30.000 dollar en een groot cruiseschip 150.000 dollar aan tolgeld betaalt. Het laagste tarief 36 dollarcent; door een Kanaalzwemmer werd betaald.
  • Bij het bouwen van grote schepen er rekening mee gehouden wordt dat deze in de sluizen van het Kanaal passen.
  • Het langste schip dat het Kanaal passeerde 299 meter lang was. Het breedste 32,91 meter. De sluizen, alle gelijk, 305 meter lang en 33,50 meter breed zijn.
  • Het Kanaal de enige plaats ter wereld is waar ook oorlogsschepen het commando uit handen moeten geven.
  • Om de sluizen niet te beschadigen, de schepen, door vier, zes of acht, al naar gelang de grootte, door de sluizen worden getrokken.
  • Het gemiddeld 24 uur duurt voordat een schip het Kanaal door is. Dit is inclusief de wachttijd op een van de oceanen. De doorvaart duurt 8 à 10 uur.
  • Er zes paar sluizen zijn. Beide richtingen kunnen tegelijkertijd in gebruik zijn.
  • Deze sluizen 26 meter hoogte verschil overbruggen.
  • Het grootste deel van het Kanaal niet gegraven is, maar uit een stuwmeer bestaat.

Zaterdag 17 januari 2004...................................................Panama City – Santa Clara (115 km)

De ‘levensgevaarlijke’ Interamericana valt me reuze mee. Wel is grote voorzichtigheid geboden. En. En respect voor de voortrazende vrachtauto’s. Deze hebben altijd voorrang. Er zijn veel minder vrachtauto’s dan ik verwacht had. Alleen in buurt van Panama City en op de brug over Het Kanaal is het hartstikke druk. Op de brug geen vluchtstroken. Aan de noordzijde zien we op een gegeven moment wel een smal voetpad, hoe er op of af te komen heb ik niet kunnen ontdekken.
Een kilometer of 10 van Panama City begint de autopista. Tweemaal twee gescheiden rijstroken met een vluchtstrook van 1 à 2 meter. Meestal goed te fietsen af en toe veel rommel en glas. Bij de vele bruggen is het oppassen, hier verdwijnt de vluchtstrook even.
Twee kilometer ten zuiden van de drukke Interamericana vinden we aan de Pacifische kust de stranden zoals we die verwacht hadden. Lang, breed, wit, palmen en een heerlijk windje. Met als puntje op de i een hotel met een goed restaurant.
Goed? We eten op de klok, niet op de maag. Bij deze hitte hebben we bijna geen honger, alleen dorst. Maar niet eten betekent ook niet fietsen. Dus vaak wurgen we twee maaltijden per dag door onze kelen. Het smaakt niet slecht, maar honger hebben we totaal niet. Het eten in Costa Rica en Panama is zoals gezegd niet slecht, maar alleen voor het eten moet je hier niet naar toegaan.

Zondag 18 januari 2004...........................................................Santa Clara – Santiago ( 138 km)

Het is bijna onmogelijk bij deze hitte te fietsen. Men had ons al gewaarschuwd dat Panama nog heter was dan Costa Rica. Om 10:00 uur komen er wolken het lang binnendrijven. Ze zullen ongetwijfeld ergens schaduw geven, echter weinig bij ons. Als we het geluk hebben, onder een wolk te fietsen is het alsof je een koelkast binnengaat, heerlijk.
De eerste 80 kilometer is de Interamerica nog mooi vierbaans met vluchtstroken. Op de vluchtstrook veel rommel. Opeens begint mijn achterwiel te ratelen. Ik kijk en haal uit de zijkant van de band een drie centimeter lang stuk ijzer, niet lek, geluk gehad.
Na Aguadulce wordt de hoofdweg ineens smal, tweebaans, zonder vluchtstroken. Nu wordt het echt gevaarlijk. Ik kijk veel achterom. Komen er auto’s voor en achter, dan snel de berm in. Ook niet altijd mogelijk, omdat de asfaltrand soms 10 tot 15 centimeter hoog is. Dan is het maar hopen dat alles goed gaat. Af en toe wordt twee, driebaans, dan is het weer even rustig fietsen. Geen pretje vandaag. Enkele malen kijken we elkaar aan en vragen ons hardop af of dit nu vakantie is.
Langs de gehele Interamericana in Panama vinden werkzaamheden plaats. Over een paar jaar zal deze weg waarschijnlijk overal vierbaans zijn.

Maandag 19 januari 2004.........................................................................Santiago – David ( bus)

Panama is niet echte een fietsland. Of liever echt niet. De Interamericana is, als hij tweesporig is, erg smal. Net genoeg plaats voor auto’s om te passeren. Dan geen plaats meer voor een fiets. De 70 kilometer tweebaans van gisteren was voor ons voldoende, vandaag nemen we de bus naar David. De fiets in de bus kost zes dollar en voor vijf dollar mag jezelf ook instappen. Dit voor een rit van 200 kilometer, duurt iets meer dan drie uur. De gehele weg is tweebaans.
In David aangekomen fietsen we naar een hotel. Een man in een grote 4WD vraagt wat we zoeken. Het Gran Hotel, antwoord ik. Follow me. Blijkt de manager te zijn. Special price voor ons. Blijkt ook nog waar te zijn, als ik de officiële prijslijst zie.

Dinsdag 20 januari 2004.......................................................................David – Rio Claro (91 km)

Nog nooit zo’n rommelige onoverzichtelijke grensovergang gezien. Komende van David is de Panamese douane 20 meter rechts in een steegje. Enkele vriendelijke Panamesen zien mijn verwarring en wijzen me de goede richting. Eerst een stempel kopen, 1 dollar per persoon. Dan naar het goede loket salida (vetrek) en entrada (aankomst). Verder geen aanwijzing dat zich hier in dit gebouw de douane bevindt. Geen bord geen opschrift.
Aan de Costa Ricaanse kant is het ook al niet veel beter. Aan de nummerborden van de vele wachtende taxi’s zie ik dat we de grens gepasseerd zijn. (Er is geen openbaar vervoer over de grens.) Toevallig zie ik naast een bank een rij mensen voor een loket. Douane gevonden.
Het is heel goed mogelijk de grens zonder de normale grensformaliteiten te passeren. Geen slagbomen, geen controle. Toch aan beide kanten, enkele kilometers van de grens staan (soms) politiecontrole posten. Ook wij als fietsers moeten onze passen tonen.
In Costa Rica is het weer heerlijk fietsen over de Interamericana. Ook tweebaans, iets breder, maar veel rustiger. Het oerwoud tot aan de rand van het asfalt, straalt een heerlijk koelte af en zorgt voor aangename schaduw.

Woensdag 21 januari 2004....................................................................Rio Clara – Uvita (96 km)

Wonderschoon, een godsgeschenk hier te mogen/kunnen fietsen. Het oerwoud tot vlak aan de straatkant. Prachtige groen frisse (kamer)planten en bomen. In de dalen hangt een mooie nevel. Heerlijk om in de ochtendkoelte te fietsen. De hoofdweg geeft hier een prachtig uitzicht en is erg rustig. Regelmatig klatert een beekje of steken we een grote rivier over. Veel te zien, veel afwisseling. Zo rond negen uur halen de eerste vrachtauto’s ons in; de grens opent pas om 7 uur. Kort daarna verlaten we de Interamericana en gaan bij Palmar Norte richting de Pacifische kust. Het is vanaf Palmar Norte over de hoofdweg nog 255 kilometer naar San Jose. Toch kiezen we voor de langere weg langs de kust.
Tussen Rio Clara en Palmar Norte hebben we twee overnachtings mogelijkheden gezien. Op 22 kilometer een BandB en op 44 cabanas.

Donderdag 22 januari 2004.....................................................................Uvita – Quepos (72 km)

Tergend langzaam kruipt de luiaard, met op haar rug een kleintje, over de weg. Haar grote poten bewegen als in slowmotion. Er is tamelijk veel verkeer op de weg. Een tico houdt de wacht en zorgt dat ze niet overreden wordt. Wij wachten tot ze veilig aan de overkant in het bos verdwenen is.
Tot Dominical is de weg breed geasfalteerd. Daarna volgen 40 vlakke kilometers over een stoffige (vuist)dikke keienweg. In het begin prachtige natuur en oerwoud. De laatste kilometers door Palm(olie)plantages. De palmpitten worden verwerkt olie. Voor de welbekende Palmolive zeep, maar ook voor braadvet en machineolie.
Op deze weg verrassend veel grote vrachtauto’s. De chauffeurs begroeten ons vaak vriendlijk met claxon en handgebaar. Wij hebben respect voor hun, zij voor ons. Toch is al dat geclaxonneer vaak verwarrend. Je weet nooit of het een groet of een waarschuwing is. Toch ervaar ik het over het algemeen als aangenaam.


Vrijdag 23 januari 2004.........................................................................................................Quepos.

Nationaal park Manual Antonio. Het op één na kleinst park van Costa Rica, ,maar naar men zegt het mooiste. Wij zijn er ’s morgensvroeg even voor openingstijd 7:00 uur. De ingang is moeilijk te vinden, als er nog niemand is. Als het vloed is wordt men met bootjes naar de ingang overgezet, met eb kun je over strand de ingang bereiken.
Al snel zijn er enkele tientallen bezoekers achter ons. We gaan eerst naar de mirrador, uitkijkpunt, nu het nog koel is. Daar zijn gelukkig nog niet zo veel toeristen. We zien een miereneter en enkele apen. De stranden, rotsen en oerwouden zijn prachtig. Maar zoals reeds gezegd is Costa Rica voor ons één groot natuurpark.
Als we van de ver afgelegen plaatsen terugkomen, is het begin van het park reeds volgelopen. De apen zijn verdwenen een enkele leguaan laat zich nog zien. Ik denk dat veel bezoekers niet verder dan dit eerste strand komen. Een vermoeid uitziende Amerikaanse vraagt ons met een nog vermoeider klinkende stem “what did you see up there?” Aan haar blik te zien zal ze niet veel meer van het park (willen) zien.
Het park wordt zo druk bezocht dat men per dag een maximaal aantal bezoekers toelaat. Zeshonderd op een weekdag en achthonderd op een weekenddag.

Zaterdag 24 januari 2004...........................................................................Quepos – Jaco (68 km)

Kort vlak ritje vandaag. In het begin weer (saaie) palmboomplantages.
Morgen is Dagmar jarig, dus we hebben een wat chiquer hotel uitgezocht. We zijn er al voor tienen, moeten tot twaalf uur wachten tot de kamer weer gereed is. In het weekend is er aan de kust bijna geen kamer te krijgen. We hebben dus gereserveerd, echter de reservering kan men eerst niet terug vinden. Via het creditcard nummer lukt het gelukkig toch nog de reservering te achterhalen.

Zondag 25 januari 2004.............................................................................................................Jaco.

Jaco, erg toeristisch, buiten de toeristengebieden bevalt me beter dan hier. De mensen zijn buiten deze gebieden vriendelijker. Hoewel je als gringo (buitenlander) wel zelf de eerste stap moet zetten. Als ze eenmaal je groet breed lachend beantwoord hebben zijn ze aller vriendelijkst en behulpzaam.

Maandag 26 januari 2004.........................................................................Jaco – Esparza (70 km)

De hitte staat, wij ook, te trillen op onze benen als we weer een heuvel opgelopen zijn. Zeer warm, veel steile kleine klimmetjes. Zeventig kilometer is genoeg in een dergelijke hitte. We vragen een politieagent naar een nabij gelegen hotel. Gelukkig 50 meter rechts. Het lijkt op een autoweg hoeren ontmoetingsplaats. Indoor garage. Grote spiegel aan de muur. Goedkoop en schoon, prima dus. De ingang is via de garagedeur, die door de portier, achter gespiegeld glas geopend wordt, als hij je ziet verschijnen. Ook het verlaten van de kamer wordt door hem gevolgd, na een paar seconden gaat de garagedeur weer dicht.
In Esparza; een levendig stadje, zijn nog twee cabanas en aan de Interamericana, een stukje terug, een hotel.

Dinsdag 27 januari 2004....................................................................Esparza – Alajuela ( 70 km)

In drie uur klimmen we van 100 naar 1800 meter. Een zware lange klim, maar we blijven in het zadel. Vijfentwintig kilometer. De weg is erg smal en druk. Zeer onaangenaam. Tot San Ramon tweebaans daarna driebaans met vluchtstroken, dan is het minder gevaarlijk maar nog steeds geen pleziertje. Na 25 kilometer komen we op het centrale plateau en dalen we naar ongeveer 1000 meter hoogte. Naarmate we San Jose naderen wordt het steeds drukker. Op het plateau nog enkele flinke heuvels. Dit deel van de Interamericana,is te fietsen maar zeker niet aan te raden, De laatste fietsdag is erg zwaar.

Woensdag 28 januari 2004..................................................................................................Alajuela.

Uitgezonderd een kort bezoekje aan de stad Alajuela, een druk, maar saai stadje, kun je ons de gehele dag aan de swimming pool vinden. Lekker niets doen.

Donderdag 29 januari 2004.....................................................................Terug naar Amsterdam.

We worden netjes op tijd van het hotel naar het vliegveld gebracht. Per persoon nog even 26 dollar vertrekbelasting betalen en de rest gaat snel. Ook in Miami gaat de tussenstop voortvarend. We vetrekken op tijd en komen op vrijdag ook weer netjes op tijd op Schiphol aan.

...................................................................................................................................................................

In totaal hebben we 1840 kilometer gefietst. Vijf lekke banden en tweemaal een gebroken ketting. Zeer slechte, maar zeer mooie wegen gefietst. De bevolking is zeer vriendelijk. Als ze ons zien fietsen schudden ze vaak meewarig hun hoofd, maar tonen toch ook hun respect voor de inspanning. Costa Rica is het veiligste land van Midden Amerika. Zo hebben wij het ook ervaren, geen moment hebben we ons bedreigd gevoeld.
Voor ons was dit tot nu toe het mooiste land waar we gefietst hebben. Wie van de dieren- en planten wereld houd kan ik Costa Rica zeer aanbevelen. Onderweg, vooral in de regenwouden, zie je de mooiste planten, vogels en een grote diversiteit aan vlinders. Voor de wat grotere dieren moet je toch even afstappen en af en toe eens een wandelingetje maken.
Ook is Costa Rica het land waar ik de meeste sloten, tralies, hekwerken en prikkeldraad gezien heb. De mooiste huizen zijn vaak kleine vestigingen, veel hotels hebben 24uurs bewaking, soms met geweer in de hand. Maar laat je daardoor niet afschrikken let goed op je spullen en kom ’s avonds niet in de achterbuurten van welke stad dan ook.

Februari 2004.

Wim Leeuw