Marokko van cultuur naar cultuur.
Reisverslag van een fietstocht door Marokko, Spanje en
Portugal.
Van continent naar continent. Van civilisatie naar civilisatie. Van
verlammende kou en smeltende hitte. Van Allah naar Bachus. Of is Bachus
overal heerser?
Wim Leeuw
Dinsdag 26 april 2005 | DĂŒsseldorf â Agadir
|
Vol overgave scheld ik de man die de inname van de fietsen verzorgd de huid
vol. Hij trekt de fiets aan het bagage label naar zich toe. Dat knapt
natuurlijk af. Probeert het met een plakbandje weer in orde te maken.
Gelukkig lopen er ook wat intelligenter (apen) mensen rond, die het label
met een paar nietjes weer netjes aan de fiets bevestigen. We moeten in
NĂŒrnberg overstappen, dus goed gelabelde bagage is zeer belangrijk.
We hebben de bagage gisteravond al op het vliegveld afgeleverd. Lekker
rustig. Geen lange rijen. Vanmorgen, ook weer rustig, met een taxi naar
Airport DĂŒsseldorf.
Hoe klein is de kleinste Fiat? Ik weet het niet, maar de auto die ons op
Agadir Airport opwacht is zeer klein. De (sorry) zeer luie kut Marokkaanse
chauffeur steekt geen poot uit. De beide fietsen leg ik op het dak. Knak, al
bij de eerste breekt zijn antenne af. Met één touw en een band sjor ik in
mijn eentje de fietsen vast. Met een, bevolen, slakkengangetje gaat het naar
Agadir city. Daar pak ik wederom alleen, alles uit. Het middenklasse hotel
is beneden midden. De kamer is nog niet klaar. We krijgen een ander, nog
mindere kamer. Na enig aandringen van Dagmar verschijnt er toch een mooi
klein appartement ten tonele. We zijn tevreden.
Woensdag 27 april 2005 | Agadir
|
Grausam. Dit woord past precies bij de ambiance van de eetschuur
van Hotel Agadirt. Niet smerig; schoon, maar totaal ontdaan van alle zaken
die mijns inziens behoren tot een gemoedelijk gezellig eten. Het diner is
verplicht inbegrepen bij de hotelprijs. Ik had Dagmar gewaarschuwd, maar ze
wilde het ook eens beleven. Nou goed, éénmaal was voldoende. Ik kan niet
begrijpen dat veel vakantiegangers het hier veertien dagen of meer
uithouden.
Agadir is sowieso erg toeristisch en heeft weinig met het echte originele
Marokko van doen
Donderdag 28 april 2005 | Agadir â Tamanar (110 km)
|
Het begon allemaal zo mooi. Vertrek 6 uur, heerlijk koel, een beetje koud.
Vlak langs de kust richting noorden. Vlak betekent hier nabij de kust, want
vlak is de kustweg zeker niet. Om 9 uur legt Dagmar geheel onverwacht haar
ontbijt (weer) dampend achter de bosjes. En voelt zich de gehele dag
zwakjes.
De natuur is voor zoân dor land toch aangenaam groen, de verschillende
onkruiden staan in volle bloei, prachtig.
Een auto waarvan alle zijden Marokkaanse vlaggen uitsteken stopt. Het blijkt
de marathongroep van Marokko te zijn, man of tien. Allemaal handje schudden.
Samen op de foto. E-mail adres geven.
Dan gaat het tot onze aangename verrassing zowaar een minuut of twintig fijn
bergafwaarts. De zandduinen dringen hier ver het land in. Dan, na de duinen,
de bergen, uitlopers van het Atlas gebergte, waarmee we de komende vijf uur
de strijd mee aangaan. Steil, heet en dan weer een ijskoude wind. Wel mooie
vergezichten. Onderweg veel groetende mensen, ook veel kinderen. Bij bosjes
staan ze langs de kant van de weg. De hand hoog ophoudend, waar ik dan weer
tegen klap.
Daarna een wel erg grote groep kinderen. Ik fiets langzaam, wil
geen ongelukken. Dan beginnen ze aan beide zijden aan de fietstassen te
trekken. Ik wankel. Enig verbaal geweld doet ze gelukkig verschrikt uiteen
stuiven.
Volgens Reise Know How ( toch een goede Duitse reisgids) zou er in Tamanar
een hotel zijn. Gelijk bij binnenkomst van het dorp een groot bord âHOTELâ,
erachter een vervallen bijna instortend gebouw. We fietsen verder. In mijn
beste Frans vraag ik een jonge man waar we hier slapen kunnen. Non, geen
hotel, geen kamers te huur. Dan, na lang aandringen; probeer het eens bij
restaurant TILILA. En ja gelukkig hij heeft een kamer en wat voor een. Het
is een soort slaapschuur, grote zalen met een paar bedden op de grond. De
beschrijving van het sanitair zal ik achterwege laten. Verschrikkelijk, voor
mijn doen. Zeg het eerlijk; ga hier niet mijn tanden poetsen, en hoop hier
ook niet te hoeven kakken. De man is zeer vriendelijk en behulpzaam. We zijn
te moe om nog verder te gaan en nemen âdankbaarâ de kamer.
Vrijdag 29 april 2005 | Tamanar â Essaouira (74 km)
|
Agadir 27 graden op het journaal. Forget it. Tot 12 uur is het aan de kust
dicht bewolkt. Dan breekt de zon door, maar ook, tegelijkertijd een
snoeiharde wind. En ja, natuurlijk, op de neus. In de wind, aan het strand
van Agadir ligt niemand. De Marokkanen lopen rond in dikke leren jassen. Uit
de wind, in de schaduw heb je hier ook een dikke trui nodig.
Vanmorgen om 6 uur nog steeds in de uitlopers van de Atlas, zwetend de berg
op. Steenkoud eraf. Op het hoogste punt, een dikke natte nevel. In de hoge
Atlas ligt, ook nog in deze tijd van het jaar, sneeuw. Toch zijn de bergjes
goed te doen. Veel bedrijvigheid langs de kant van de weg. Schapen en geiten
met hun hoeders. Olijven en Argan bomen. De vruchten van de
Argan bomen
lijken op de olijven, ,maar hebben een heel ander bereidingsproces nodig om
tot olie te komen.
In het voorjaar worden de vruchten aan de geiten gevoerd.
In de darmen van deze dieren lost het elastische hulsel van de pitten op. De
pitten worden weer uit de keutels opgevist, geroosterd en tot pulp vermaalt.
Resultaat argan olie. ĂĂ©n liter olie is 15 uur werk en je hebt er 30
kilogram pitten voor nodig. Je zult begrijpen dat de olie zeer kostbaar is.
Naast het gebruik bij het bereiden van voedsel wordt ze ook gebruikt in de
cosmetica daar ze rijk aan vitamine E is.
We zijn nu in de mooie oude stad Essaouira. Barstens vol toeristen. We
zoeken een hotel, worden aangesproken door een privé pensionhouder (chambre
dâhote). Vreemd genoeg zijn ze hier net zo duur als een ânormaalâ hotel en
nog vreemder; ze willen niet over de prijs onderhandelen. Dan maar een
normaal hotel. Twintig euro voor twee personen met ontbijt.
Zaterdag 30 april 2005 | Essaouira
|
Uitslapen. Ondanks het wel erg toeristische karakter blijven we nog een dag.
Beide zijn we doodmoe. Dagmar heeft in Tamanar zeer frequent en gedurende de
gehele nacht het wonderschone hurktoilet bezocht. Ik loop de gehele dag
snotterend met een stevige verkoudheid door het landschap.
De hurktoiletten hebben de naam hygiënisch te zijn. Niet meer als ik geweest
ben. Met mijn stijve (oude) (fiets) knieën hurk ik niet diep genoeg. Met als
gevolgâŠâŠnou laat maar. Ik dan ook als voorzorg; niet te hoeven kakken, twee
immodium genomen.
Toch moet ik.
âs Avonds verdwijnen de meeste toeristen en worden de horden gesluierde
vrouwen op de boulevard losgelaten. Mooie plaatjes, alleen ze willen niet
gefotografeerd worden. Jammer.
Zondag 1 mei 2005 | Essaouira â Marrakesh (186 km)
|
Lange dag. Twaalf uur in het zadel. Was niet de bedoeling.
De eerste 20 kilometer steenkoud en zeer pittige heuvels. Heb het nog nooit
zo koud gehad in een âwarmâ land. Veel verkeer. Na de afslag Casablanca
wordt het rustiger en mooier. Prachtig landschap, door goudgele korenvelden,
doorkruist met bijpassende bruine stenen muurtjes en gespikkeld met
olijvenbomen, fietsen we over zacht glooiende heuvels met lange langzame
klimmetjes
en lange afdalingen. Na 110 kilometer, in Chihaoua dachten we een
slaapplaats te kunnen vinden. Navraag; hier is niets, terug of verder.
Nogmaals vragen bij een restaurant wordt mij een soort monniken cel, aan een
binnenplaatsje achter het restaurant, aangeboden. Raampje van 10 bij 10 cm,
geen slot op de deur en het toilet delen met de andere restaurant gasten. De
toiletten van dergelijke restaurants kennende âvluchtâ ik direct weer naar
buiten.
Dan nog maar 70 kilometer verder. Het is vlak. Deze (ene) keer hebben we
gelukkig de stevige wind in de rug, we kunnen lekker gang maken. Echter hier
is de weg weer stinkend druk en smal. Menigmaal de berm in. Vooral de
autobussen wijken geen centimeter. Over het algemeen zijn de Marokkanen zeer
beleefde autorijders, die ons zeer regelmatig enthousiast groeten. Ook het
landschap oogt dor en schraal. Blik op oneindig. Bij nadrukkelijk getoeter
de berm in en af en toe een colaatje drinken bereiken we dan eindelijk
Marrakech, een zeer drukke stad. Na enige rondrijden en vragen vinden we het
door ons uitgezochte hotel nabij de oude stad.
Marrakech je moet (!?) het gezien hebben. Tot nu toe een grote warboel van
mensen en autoâs. Wel aangenaam warm. Vanavond voor het eerst in T-shirt
buiten kunnen eten. De eerste mei, dag van de arbeid, is hier een grote
feestdag. Het centrale plein is vol feestvierende mensen. Dit niet alleen
voor de toeristen; ook de âoudeâ Marokkaanse verhalenverteller trekt veel
lokaal publiek. Ik hoop dat het morgen wat rustiger is.
Onderweg, buiten de toeristische gebieden is het erg goedkoop. ĂĂ©n liter
cola, één brood een biscuit reep voor 6 dirham, een halve Euro. Ook het eten
aan de kust is niet zo duur. Dertig Euro twee personen voor na en
hoofdgerecht met fles wijn. Vandaag in Marrakech het dubbele.
Maandag 2 mei 2005 | Marrakech
|
Onsmakelijk warm in de stad. Veel lawaai, muziek, autoâs
brommers.
Veel souqs. Veel mensen. Veel toeristen. Vergeef me mij
arrogantie, maar de meeste souqs lijken op elkaar, heb ik dus wel genoeg
gezien. Ook hier is het bier weer moeilijk te vinden. Op de zichtbare
terrassen sowieso niet. Toch zijn er Marokkaanse bieren en wijnen, stammen
nog uit het Franse tijdperk.
De uitstraling die de naam Marrakech voor mij altijd had, is vandaag
verloren gegaan.
Eten duur. Daarentegen kopen we 5 liter water en vier cola voor 35 Dirham,
drie Euro, bij de buurtwinkel.
Dinsdag 3 mei 2005 | Marrakech â Safi (161 km)
|
Om vijf uur kom ik met de fietstassen in de hal van het hotel, ligt de
nachtportier te bidden op zijn matje. Ik wacht rustig af. Hij geeft me
toegang tot de fietsen, als ik buitenom weer met de fietsen aankom ligt hij
weer luid te bidden, ik wacht weer.
Om half zes, in het vroege koude eerste daglicht verlaten we de stand
richting Casablanca. Dan richting Safi. Politie controle, ook wij moeten
stoppen. Niets aan de hand, de man wil ons alleen even de hand schudden.
De eerste 45 kilometer gaan langzaam omhoog. Linksaf richting Safi, lekkere
lange afdaling met een windje in de rug. Wij fietsen op een (kleine)
hoogvlakte. Dorre akkers, depressieve dorpjes, weinig te zien, weinig te
doen.
Ik kan me voorstellen dat de Marokkanen hier weg willen, en in de
weelde van Europa willen meezwelgen. De half verlaten dorpen bieden een
desolate aanblik. Jammer dat de Marokkanen niet terugkomen om met de door
hun opgedane kennis de boel weer op poten te zetten. Het is mogelijk; delen
akkerland worden geĂŻrrigeerd en zien er florissant uit. EN met de nieuwe
jonge koning schijnt men ook wel tevreden te zijn. Neen men wil nog steeds
naar Europa. Ik vraag me af wat de profeet Mohammed van een dergelijke
handelswijze gezegd zou hebben.
Wist u dat de Arabieren in de zevende eeuw, de mensen hier met het zwaard de
islam hebben opgedrongen. Het geloof is gebleven, de Fransen niet.
We verlaten de hoogvlakte met een lange afdaling door een dal met vele
olijfbomen, weer even een prachtig landschap.
Inmiddels waait er een zeer fikse wind schuin achter. We moeten moeite doen
om in het zadel te blijven. De laatste 20 kilometer naar Safi is het weer
bergje op en bergje af.
Safi de stad van de sardienen en de sulfaat industrie. Weinig bezocht door
buitenlanders maar geliefd bij inheemse toeristen.
Woensdag 4 mei 2005 | Safi â Oualidia (71 km)
|
Om zes uur staat de zon boven de horizon, een half uur later weer achter de
wolken verdwenen. We beginnen meteen met een steile klim, en de gehele weg
is, op zân zachts uitgedrukt, niet vlak.
Mooie steile rotskusten, jammer genoeg nu in nevelen gehuld. Om 10 uur
breekt de zon weer door. We fietsen door een prachtig landschap hoog over de
rotsen. Rechts beneden akkers, waar op dit moment de wortelen en het graan
(met de hand) geoogst worden. Links de Atlantische oceaan met prachtige
lange witkoppige golven. Ook aan de zeezijde heeft men nog ruimte voor
kleine akkers gevonden. Van bovenaf een prachtig gezicht.
Donderdag 5 mei 2005 | Oualidia
|
Vervallen en verlaten kijkt het oude paleis van sultan
El-Oulalid over de lagune. Het St Tropez van Marokko wordt het hier genoemd.
Het schijnt in het hoogseizoen en de weekenden overladen met inlanders te
zijn. De kilometers lange lagune is in tegenstelling tot de wilde oceaan een
zwemparadijs voor jong en oud.
Vandaag aangenaam warm, gisteren zeer koude wind. De Marokkanen lopen rond
in lange dikke punt muts habijt en leren jassen rond. De toeristen zien de
zon en blijven in de korte broek.
Vrijdag 6 mei 2005 | Oualidia â El Jadida (88 km)
|
Hotel Ibis, met uitzicht op de oceaan, de boulevard en de oude stad. Gelijk
ook het duurste tot nu toe.
De eerste 60 kilometer fantastische rit door vruchtbare akkervelden waar
druk gewerkt wordt. We krijgen veel positieve respons van de mensen
onderweg. Een oude tandeloze man, gekleed in een traditionele lange witte
mantel, geeft ons tijdens een rustpauze beiden een hand vol noten. Wijst op
zijn ene, nog staande tand, en wenst ons smakelijk eten, denk ikâŠ..
De weg is redelijk vlak, nu wat verder van de oceaan verwijdert. Af en toe
een doorkijkje naar de duinen in de verte. Tussen de duinen en de weg zijn
veel waterplassen. Mooie natuur.
Daarna een klein Roergebiedje door. El Jadida, de weg wordt drukker maar ook
breder. De Marokanen rijden nog steeds beleefd.
Op 44 en 55 kilometer zijn ook hotels.
Zaterdag 7 mei 2005 | El Jadida â Casablanca (101 km)
|
Om half vijf gaat de wekker. Na een ontbijt zitten we om half zes
op de fiets. Meestal in de frisse opkomende zon. Vandaag niet. Mist dikke
natte nevel ligt over de velden. Koud.
We willen de kustweg naar Casablanca volgen. Door de stad Azemour, tot de
Medina, rechts er omheen, links over een brug. Even ben ik de kluts kwijt.
Fiets ik weer terug? Maar dan een bordje âCasablanca par la coteâ. Weer door
akkervelden, lijkt nu een beetje op Nederland, glooiend en soms vlak. Veel
akkerbouw.
Casablanca begint al ver voor Casablanca. Eerst vierbaans, dan zesbaans.
Even blik op omeindig, maar verstand niet op nul. Tâis goed opletten met de
vele autoâs die bijna geen fietsers gewend zijn.
Onderweg nog even een klein oponthoud. (Weer) een spaak gebroken, weer bij
de nippel.
De Casablanca Humphrey Bogart bar van Her Hyatt Regency Hotel. TrĂšs chique.
Je moet het even gezien hebben, even aan de bar een pilsje (7 euro) drinken.
Dit is niet de bar van de film, maar de toeristen moeten toch iets hebben
van Bogart met Casablanca.
Net terug van de Hassab II moskee, op twee na grootste van de wereld, wel
hebben ze de hoogste minaret ter wereld. Jammer genoeg was de laatste ronde
voor een bezoek aan de moskee net voorbij. En raad eensâŠ.als de zon achter
de wolken verdwenen is, wordt de hoogste minaret ter wereld in het licht
gezet doorâŠ.jawel Philips lampen.
Veel gelovigen hebben zich afgevraagd waarom deze groteske moskee voor meer
dan een half biljoen dollars (1993) gebouwd moest worden. Saillant detail;
een gehele krottenwijk moest, zonder vergoeding, plaatsmaken voor de bouw
van dit, toch wel fantastische, gebouw.
Zestien mei 2003, vrijdag, een serie van zelfmoord bomaanslagen treft
Casablanca. Alle gericht op buitenlanders. Veertig doden. Nog maar 2 jaar
geleden. Extremistische moslims? Toch staat Marokko bekend als een van de
meest tolerante Mohammedaanse landen.
Zondag 8 mei 2005 | Casablanca â Mehdiya Plage (135 km)
|
Vertrekkend uit Casablanca zien we één bord dat ons de
richting naar Rabat wijst. Na drie kwartier krijg ik het gevoel dat we te
veel landinwaarts fietsen. Ga op goed geluk linksaf en na een paar maal
vragen vinden we weer de kustweg naar Rabat. Veel industrie rondom
Casablanca, geen leuke omgeving dus.
Casablanca gaat na ongeveer 25 kilometer bij geruisloos over in Mohammedia.
Ook hier fietsen we een tijdje wezenloos rond. Buiten de steden staat de
richting zeer goed aangegeven, echter binnen de stad is het heel wat vraag
en zoek werk.
Na Mohammedia een saai droog landschap met af en toe een groot vakantie
bungalow complex voor inlandse toeristen.
Rabat, de hoofdstad, slaan we over. We hebben even genoeg van grote steden.
In het voorbijgaan zien we nog snel een mooi fort met een paar kanonnen. Ook
hier weer hectisch druk op de wegen. De krottenwijken in het begin van
Rabat, zijn door grote stenen muren even uit het zicht van de voorbijgangers
gezet. Geen vrolijke buurt, als ik even naar âbinnenâ kijk.
De wind blijft ons straf op de neus blazen, en met de heuvels erbij
vermoeiend fietsen.
Langs de kant van de weg ligt veel glas, groen glas, groen bier glas, groen
export Heineken bierglas.
Er wordt afgedronken door de Mohammedanen hier. Gisteravond, bij een
Chinees, ja we hebben even genoeg van het Marokkaanse eten, zijn wij de
enige die een echte maaltijd nuttigden. De rest van de inlanders komt alleen
om bier of wijn te drinken. Het restaurant zit vol.
En; vanmiddag na de fietstocht in het restaurant, op het menu, géén bier.
Shit. Vraag toch maar even aan de ober. Ja hoor, komt er aan. Hoe? Diep
weggestopt in zijn oberschort tovert hij een flesje bier te voorschijn. Met
de rug gekeerd naar de andere gasten wordt mijn glas volgeschonken. Het
flesje verdwijnt stiekem weer in zijn short. De volgende op dezelfde manier.
Het bier komt niet op de rekening voor en moet apart afgerekend worden.
Maandag 9 mei 2005 | Mehdiya Plage
|
Om 12 uur is het zand op het strand te heet om op te lopen. Ik blijf me
verbazen over de grote temperatuurverschillen.
Vanmorgen heerlijk ontbijt op het balkon van het pension. Het ontbijt wordt
uit het naast gelegen restaurant gehaald
Dinsdag 10 mei 2005 | Mehdiya Plage â Moulay Bousselham (105 km)
|
In de meeste hotels bevind zich âs morgens als we
vertrekken een slapende nachtwaker. We zeggen dan ook altijd van te voren
dat we vroeg willen vertrekken. Gisteravond ook.
Om half zes vinden we de buitendeur gesloten. Een vrouw slapend op een bank
in de hoek is bijna niet wakker te krijgen. Uit haar brommende woorden
begrijpen we dat zij geen sleutel heeft. We doorzoeken meerdere kamers, weer
Arabisch gebrom van twee opwakende mensen. Dan klim ik een raam uit en zoek
de fietsen. Onderwijl maak ik nog twee wakers wakker. Neem de fietsen mee.
Dagmar en de fietstassen ook door het raam en weg zijn we.
In Kinitra vragen we de weg. Als we al bijna buten de stad zijn keer in
intuĂŻtief terug. Dit is de hoofdweg, wij willen een binnenweg. Vraag
nogmaals. Over een stinkend, rokend industrieterrein, daarna over een nog
erger stinkend vuilnisbelt vinden we de weg. Erg rustig en op sommige
plaatsen erg slecht, maar mooi. Door eucalyptusbossen, akkers waarop de
groenten er weer erg florissant bijstaan, zonnebloemen.
Links van ons snijdt de nieuwe vierbaansweg als een wreed litteken door het
landschap.
De cola schijnt hier duurder te worden. Je ziet aan het schlemielige gezicht
dat je bedonderd wordt. Ook al betaal ik voor onze begrippen nog steeds zeer
weinig. Ik heb er de pest aan om bedonderd te worden. Het gebeurt wel vaker,
ik weet het, maar er aan wennen doe ik niet.
Overal, niet alleen in Marokko, verdwijnen vaak de goede gebruiken en de
(echte) vriendelijkheid van de bevolking als ze te vaak met toeristen ( lees
geld) in aanraking komen. Mohammed kijkt dan even de andere kant op als de
heiden, de toerist, bedonderd wordt. Gelukkig voeldoen de meeste Marokkanen
die we ontmoeten niet aan deze beschrijving.
Voor de goede orde van zaken; ik ben er inmiddels wel aan gewend om als
toerist wat meer dan de inlander te betalen, daar heb ik totaal geen
problemen mee.
Een paar dagen geleden; ik betaal 6 dirham ( halve euro) voor cola en
koekjes. Meneer neemt het geld aan, later hoor ik gekonkel met mevrouw. Vijf
minuten later krijg ik één dirham terug. Allah zij gezegend.
Moulay Bousselham is een klein plaatsje aan de oceaan, voor de surfers en
aan een mooie lagune. Waarop ik nu een prachtig uitzicht heb. Er zouden
volgens de eigenaar roze flamingoâs te zien zijn.
Er bestaat een mogelijkheid deze route met zoân 15 kilometer in te korten.
Op 85 kilometer bevindt zich een vork splitsing. Rechts gaat direct over een
brug over een rivier. Links is de kortere route. Nog vijf kilometer zo
vertelt men. We nemen toch de langere weg. Aan deze kant gekomen zien we het
einde van de afkorting aan de overkant van de lagune. Kleine bootjes varen
mensen en fietsen ( denk ik ook wel) over en weer. We zijn blij dat we niet
de korte weg gekozen hebben; aan deze kant gaat een steile trap over en een
steile weg omhoog.
Woensdag 11 mei 2005 | Moulay Bousselham â Asilah (97 km)
|
Op goed geluk bereiken we Larache. Volgens de kaart moeten we de autoweg
tweemaal over, wij doen het viermaal. Volgens de kaart blijven we weg van de
oceaan, wij komen er dicht bij. Na enig vragen en op goed geluk de
doorgaande weg te kiezen komen we er; borden zijn er niet. Ook van de
Larache kant is Moulay niet aangegeven. Richting Rabat, over de snelweg, na
de peage, na enkele honderden meters naar rechts.
Bord â Zone Industrielleâ.
Industrie is er (nog) niet. Wel vruchtbare akkervelden. Met vrachtautoâs vol
worden âs morgens de arbeiders naar de velden gebracht. Veel is nog
handwerk. De weg is deels zeer slecht, maar daardoor ook zeer rustig en goed
te fietsen.
Na Larache, een flinke klim. Dan glooiend over de heuveltoppen door een
prachtig landschap. Af en toe een doorkijkje naar de oceaan. De weg is nu
wat drukker, maar dat mag de pret niet drukken. Er is een strook van een
halve meter naast de hoofdbaan, waarop goed te fietsen is. Prachtige
fietstocht vandaag.
Donderdag 12 mei 2005 | Asilah â Tanger (49 km)
|
Aan de boulevard van Asilah is precies te zien welk restaurant alcohol op
het menu heeft. Dit zijn de restaurants waar bijna alle tafeltjes bezet
zijn.
Gisteravond. De zwaluwen vliegen (bijna) met de buik over het asfalt.
Vanmorgen een fikse regenbui en een nog hardere wind.
Na de regenbui verrekken we met de harde wind in de rug richting Tanger.
Mooie maar drukke weg. Eerste deel langs de oceaan. Druk, omdat het laatste
stuk autoweg nog niet gereed is. Duurt niet lang meer.
We zijn al voeg in het hotel en beginnen deze keer met het ontbijt.
Vrijdag 13 mei 2005 | Tanger â Vejer de la Frontera (54 km)
|
Na 35 minuten varen (Tanger - Marokko, Tarifa - Spanje) is het twee uur
later.
Terug in de civilisatie (!?), zo lijkt het. Alles ziet er weer schoon en
netjes uit. Vooral Tanger is een smerige, roemoerige, opdringerige,
rommelige stad. En dan nog, is het leefklimaat hier de laatste jaren sterk
verbeterd. Dit door het instellen van een Toeristische Politie, die een
grote positieve invloed heeft gehad op het leven en welzijn van de bevolking
en de toeristen.
Terug in de civilisatie? Arrogant, alsof wij alleen geciviliseerd zijn. Ook
Afrika, Marokko, heeft haar civilisatie. Een slechtere? Wat ik zo buiten de
toeristengebied zie en meemaak is dat de sociale civilisatie in ieder geval
op een veel hoger niveau ligt dan de onze. Vriendelijk en behulpzaam voor
mens en dier.
We doen het rustig aan. Als we zien dat ons doel, het dorp Vejer op de top
van een heuvel ligt, blijven we in een hotel aan de voet van de heuvel. Dit
net voordat de hemel openbreekt en een dikke vette regenbui loslaat. âs
Middags schijnt de zon weer en gaan we te voet de heuvel op. Vejer is een
heel leuk stadje om een paar uurtjes door te wandelen.
Gisteravond op het laatste moment nog een schilderij gekocht. De man vroeg
100 Euro, belachelijk veel. Verder in de stad gaat de prijs van een
schilderij al snel van de 20 naar 2 Euro. Ook na een derde bezoek blijft de
man 100 Euro vragen, zonder te willen onderhandelen, wat hier sowieso heel
vreemd is. De artiest is dood, wordt veel geld waard, is zijn antwoord.
Verder n de stad geen schilderijen van deze man, Rahmani, gevonden.
âs Avonds voor het naar bed gaan besluit ik om toch nog even terug te gaan.
De winkel is al gesloten, maar de handelaar ziet mij staan en opent nog even
zijn winkel. Na het betalen van 80 Euro ben ik nu gelukkige bezitter van het
schilderij. Ik weet nog steeds niet of ik nu bedonderd ben of niet.
Een kaartje voor de boot kun je overal in de stad kopen. De snelboot gaat in
de zomer vijfmaal per dag. www.frs.es voor de vertrektijden is
betrouwbaarder dan de verkopers.
We zijn al vroeg bij de boot, maar moeten eerst bij de kantoortjes rechts
een boardingpas halen. De mensen zijn zeer vriendelijk en behulpzaam, De
baliemedewerker loopt mee naar buiten om ons de juiste aanlegsteiger te
wijzen Twee personen, twee fietsen 784 Dirham ( 1 Euro = 12 Dirham). Ook de
douane doet niet moeilijk. Wel even een uitreiskaart invullen, deze krijg je
meestal al bij het kopen van de kaartjes.
Zaterdag 14 mei 2005 | Vejer â Chipiona (95 km)
|
PANG. De dag begint goed, in de eerste minuut spaak kapot. Na
driekwartier zitten we weer op de fiets. De wekker had zich ietwat vergist;
het is hier twee uur later. In Marokko om vijf uur op de fiets, in Spanje om
zeven uur. Het is nog erg koud âs morgens.
Langs de zuidkust van Spanje fietsen is niet mooi. Erg veel verkeer op de
weg en in de wat grotere steden, zeer moeilijk de weg te vinden. Dit, omdat
de borden er alleen maar staan voor het autoverkeer en dus altijd naar de
snelweg wijzen.
Het avontuurgevoel is ook een beetje weg. Marokko was veel âspannenderâ.
Daarentegen is het hier wel weer volop genieten van de trotse Spaanse
schonen die onverholen zoveel mogelijk van hun schoonheid willen laten zien.
Dit in grote tegenstelling tot de gesluierde, gehoofd doekte, lang en ruim
gerokte vrouwen in Marokko.
Zondag 15 mei 2005 | Chipiona â Bollus de la Mitacion (121 km)
|
Vandaag om het PARQUE NATIONAL DE DONANA heen. Ik vraag me af hoe ik deze
route beschrijven wil, mooi of saai. Saai om de lange afstanden zonder veel
afwisseling. Mooi om de vele vogelsoorten en het feit dit deel een
avontuurtje op zichzelf is.
Via Sanlucar, Bonanza, La Agaida, een stukje over een bospad. Linksaf.
Rechtsaf over de dijk tussen het vogelreservaat en de akkerlanden. Je neus
achterna en met gezond verstand de hoofdweg volgen.
Gaat lekker, de weg is af en toe redelijke slecht en harde zandweg. Dan
opeens zegt mijn intuĂŻtie dat we te ver van het park wegfietsen. We gaan
terug en slaan bij een roestig bord â La Barca de âŠâŠ.â (niet meer te lezen)
af. Diezelfde intuĂŻtie vertrouwt het toch niet. We fietsen midden tussen de
akkerlanden en kanaaltjes, zonder de hoofdrivier te zien. We vragen ( Dit
duurt ook even met een gemiddeld één auto per kwartier) een paar maal, maar
zitten gelukkig toch op de goede weg. Het eerste pontveer geeft geen teken
van leven, dus naar de volgende, 20 kilometer verder bij Coria.
Deze vaart
gelukkig wel. In Coria del Rio is een groot (Pinkster)feest. Processie en/of
zuipfestijn. Op de pont tappen de jongelui, in hun autoâs, uit kleine
vaatjes wijn. In de brandende zon hebben ze, inclusief de mannen achter het
stuur, de grootste lol. Het dorp is vol feestvierende mensen. We fietsen nog
een stukje verder en vinden in Bollullos de la Mitacion na veel zoeken,
ergens achteraf een Hostal.
In de namiddag aanschouwen we het Spaanse zondag gebeuren. Gehele families
komen hier om ijs en koffie te verorberen. Gelukkig geen andere toeristen.
Als je in Spanje na drie ergens aankomt, is de keuken gesloten. Chips of
Tapas kun je eten. We wachten tot negen uur voordat we kunnen eten.
Ik vraag de barkeeper waarom de Spanjaarden geen of zeer weinig Engels
spreken. Op de scholen is Engels de tweede taal, maar het niveau van de
leraren schijnt erg laag te zijn, zo hoor ik nog van een bargaste.
Het heeft toch wel iets; zo zonder andere toeristen in een Spaans café.
Futbol is overal op grote schermen. Negen uur, de Spanjaarden eten nog
steeds taart. Wij bestellen iets te eten.
Maandag 16 mei 2005 | Bollullos â Huelva (90 km)
|
Veertig kilometer voor Huelva begint het te regenen. Als we een hotel
gevonden hebben breekt de zon weer door. Een grote klok zegt dat het 12:05
uur en 17 graden is. Driehonderd meter verder 12:06 uur en 20 graden.
Andalusië; veel olijf en sinaasappel boomgaarden passeren we in het begin.
Met het strijklicht van de opkomende zon een prachtig gezicht. Als de regen
begint houdt ook het mooie landschap op. Weer even blik op oneindig, maar
het koppie er goed bij, Huelva is een drukke stad.
Al sinds Marokko zijn we het eentonige eten zat. We zijn blij een Chinees
naast de deur te zien.
Dinsdag 17 mei 2005 | Huelva â Isla Cristina (54 km)
|
Vanmorgen om 07:00 uur 11 graden. Gisteravond om 17:00 uur 27
graden. Het is âs morgens verrekte koud op de fiets. Even goed door jakkeren
maakt je wel weer warm. Aangenaam is het niet. Dan breekt ook nog de derde
spaak en het feest is compleet.
In deze hoek van Spanje zijn niet zoveel wegen, dus degene die er zijn
worden druk bereden. In Lepe besluiten we de wat rustiger kustweg te nemen.
Duizenden leegstaande vakantiewoningen verwelkomen ons. Nu spookstadjes. In
juli hectisch .
We vinden een leuk hotel met balkon en het, zeer rustige, strand vijf meter
ervoor.
Tâ is weer erg warm.
Woensdag 18 mei 2005 | Isla Cristinana
|
Hotelkamers genoeg, maar alle
restaurants zijn gesloten, in deze hoek van Isla, in deze tijd van het jaar.
We eten een paar broodjes in een bar van een ander hotel.
De zuid Spaanse kust is voor de Spaanse toeristen, buitenlanders zie je hier
weinig. In de Spaanse vakantieperiode zit hier alles barstens vol.
Tâ is ook vreemd weer; gistermiddag, net na de lunch, onder een parasol, een
terrasje, een windvlaag, een parasol vliegt over het terras. Binnen een
minuut waait er en ijskoude wind van de oceaan.
Terras leeg.
We brengen de rest van de middag in de luwte van een duinpan door.
Een rustdag. Verbazingwekkend hoe vermoeiend een rustdag kan zijn. Op de
fiets heb ik me nog niet zo vermoeid gevoeld als vandaag. Kom met moeite de
trap op, pijnlijke knieën, pijn in de rug. Morgen weer lekker op de fiets
naar Portugal.
Donderdag 19 mei 2005 | Isla Cristina â Monto Gordo (28 km)
|
Kort ritje vandaag. Spanje Portugal.
We vertrekken wegens de kou een uurtje later en zijn om 9 uur in Ayamonte.
Waar om half tien de eerste veerboot naar Portugal vertrekt. Eventjes in het
zonnetje wachten.
Toch wel een voordeel(tje) van de EU, veerboot op en
veerboot af zonder grensformaliteiten. Pontveer 3,60 Euro, twee personen en
twee fietsen.
Er is ook een brug, iets noordelijker, maar het is voor mij onzeker of er
ook fietsers over mogen. Op de kaart staat alleen een autosnelweg
ingetekend, terwijl er ook niet-snelweg borden naar de brug verwijzen.
Vrijdag 20 mei 2005 | Monto Gordo â Faro (63 km)
|
In Portugal begint echt de zomer. Lekker weer op het strand
en ook in de schaduw is het niet koud meer. Wel hebben ze hier nog âonzeâ
wintertijd, dus de klok weer een uurtje terug.
In tegenstelling tot de Spaanse zuidkust is het toerisme hier al volop aan
de gang. Engelsen, Duitsers en veel Nederlanders. De Portugezen zijn erg
vriendelijk en behulpzaam. Spreken goed Engels en hun bier smaakt ook
perfect.
Erg toeristisch dus. Fietsen langs de kust is niet aan te bevelen. Wel erg
mooi landschap, maar ook veel verkeer, niet gevaarlijk. Er is meestal een
vluchtstrook van meer dan een meter. Echter het vele verkeer maakt het
rustig fietsen onmogelijk.
Wij zijn nu aan het PRAIA (strand) DE FARO. Drie kilometer achter en met
zicht op het vliegveld, een binnenzee en de oceaan. Estalagem (herberg)
AEROMAR staat niet aangegeven, maar is via
http://www.aeromar.net of telefoon 289
817 189 te boeken. Reserveren aan te bevelen, daar er, behalve een camping,
in de nabijheid verder niets is, en je dus op je fietsje naar Faro terug
moet, als het vol is.
ĂĂ©n ding is zeker, de kosten van levensonderhoud zijn op ons continent vele
malen hoger dan in Afrika.
Zondag 22 mei 2005 | Faro â DĂŒsseldorf
|
Nog even drie kilometer fietsen naar het vliegveld. Pedalen
eraf, stuur recht. Inchecken en wegwezen, denk ik. De baliedame komt mij
achterna, grist vriendelijk doch pertinent de boardingpas uit mijn borstzak;
eerst voor de fietsen betalen, met het reçu krijg je de boardingpas terug.
Tâ is jammer dat de Marokkanen er letterlijk zoân rotzooi va maken. Vuilnis
wordt her en der gedumpt, ook binnen de steden. Veel stadjes die we bezocht
hebben zouden zeer aantrekkelijke vakantieoorden kunnen worden. Ook naar
onze normen. Echter de ene helft van veel dorpjes is vervallen terwijl de
andere helft nieuw gebouwd wordt.
Het smerigste wat ik gezien heb, was een zwerver in Tanger die met zijn
hoofd op een plat gereden, half verdroogd dier lag. Wat hij daarmee wilde
weet ik niet, maar hij werd toch ook wel door zijn landgenoten aangesproken.
Honden en katten worden door de islam als onrein gezien. Je ziet ze dan ook
zeer weinig in Islamitische landen. Hier zijn er honderden. Meestal erg
rustig. Een enkele keer een wat agressievere hond achter de fiets, maar geen
echte doorbijters.
In totaal 1700 kilometer gefietst, behalve drie gebroken spaken verder geen
panne.
Apeldoorn juni 2005 Wim Leeuw
|