Oman, door bergen en woestijn.
Reisverslag van een solofietstocht door Oman.
Gevecht met de woestijn. And the winner is; De Woestijn. Niet dat ik me
een verliezer voel. Toch naïef als ik ben, dacht ik; dat kan ik ook wel.
Denk niet dat een ‘goede’ fietser, ook zomaar eventjes door een woestijn
kan fietsen. Behandel de woestijn met eerbied en respect.
Donderdag 9 december 2004 |
|
Half zes, t'is koud op de fiets naar het station. Het vriest twee
graden. Ik kom netjes op tijd op Schiphol aan. Maak mijn fiets
vlieggereed en check in. Daar ik erg vroeg ben vraagt de dame of ik een
vlucht eerder naar Frankfurt wil. Geen probleem; heb ik meer tijd om
over te stappen.
Ze vraagt wel hoeveel de fiets weegt, maar vergeet de 60 Euro voor een
enkeltje fiets te incasseren, mij ook goed.
Bij Frankfurt is een vliegtuig-file, we moeten ten noorden van de stad
nog een half uur rondcirkelen. Blij dat ik een vliegtuig eerder heb.
Na een stop van ongeveer een uur in Dubai, nog een half uurtje naar
Muscat, de hoofdstad van Oman.
We landen om middernacht (het is hier drie uur later). Buiten is het nog
24 graden. De douane neemt zijn tijd, en dan is het nog even wachten op
de hotel ophaal service. Maar dan zit ik nu toch om half twee in de bar
van het hotel. Geen bier, begint al goed....
Vrijdag 10 december 2004 |
Muscat / Qurum |
Vrijdag, hier is het zondag, de meeste winkels zijn dicht. Broeierig
warm.
Aan het strand een heerlijk windje. Veel, veel water meenemen onderweg.
Bij een benzinestation nog twee kaarten van Oman gekocht. Maar.... in de
route die ik langs de kust volgen wil ontbreken op alle kaarten een
stukje weg. Tot nu toe heeft me nog niemand kunnen vertellen of ik er op
de fiets inderdaad niet langs kan. Als ik hier de rotsformaties zie, die
soms tot in de zee reiken, kan ik me voorstellen dat deze kustweg even
niet verder gaat.
Vanmiddag met een taxi naar Ruwi geweest. In het Sheraton hotel aldaar
zou volgens de boeken een goede boekenwinkel zijn. Volgens het
baliepersoneel niet, ze verwijzen me naar het tegenover gelegen LULU
Shopping Centre. Na anderhalf uur wachten, de winkels gaan op 'zondag'
om half vijf open, krijg ik daar alleen schoolboeken te zien. Ik zoek
het boek "Oman off the road". Bij LULU koop ik nog wel een driekwart
lange sjeik jurk. Ik ga toch in normale fietskleding op de fiets, een
lange broek is irritant bij deze hitte. De jurk zal ik in de dorpjes
aantrekken.
De hotelbediende hier, verwijst me nog naar het ministerie van toerisme;
morgen maar eens gaan kijken.
Op de terugweg laat ik de taxi aan het strand stoppen. Ik denk dat ik
wel weet waar ik ben. Mis poes. Al om half zes is het donker, en om de
bocht staat niet mijn hotel. Shit.
Ik vraag iemand, stap maar in wij brengen je wel even. Aardige lui hier.
Zaterdag 11 december 2004 |
Muscat / Qurum |
(Toch wel) Met een beetje angst en beven zie ik de dag van morgen
tegemoet.
Het is bloedheet.(de Omani vinden het nu aangenaam) Druk, zeer druk
verkeer en alleen bebouwing te zien.
Vanmorgen op de fiets naar het ministerie van Toerisme gezocht. Na
viermaal een ander kant opgestuurd te zijn, fiets ik weer terug naar het
hotel. Later blijkt dat ik aan de achterkant van het ministerie was). De
zeer vriendelijk hotelbediende haalt een taxi van de straat en legt de
chauffeur uit waar hij me brengen moet. Het is echt een ministerie,
volgens mij niet echt bedoeld om toeristische informatie te halen. Maar
vriendelijk als de Omani zijn kom ik, naar driemaal doorgestuurd te zijn,
bij een 'hoge' ambtenaar terecht. Erg overtuigend komt hij niet over.
Van hem krijg ik de nieuwste kaart van Oman, wel in het Arabisch. Als
ook op deze kaart een deel van de kustweg niet ingetekend staat, weet ik
genoeg. Ik ga niet via SUR langs de kust maar via Sinaw. Als ik al bij
de lift sta, brengt de ambtenaar mij nog twee CD's met toeristische
informatie.
De fietsdrang blijft en ik stap, als ik bij het hotel terug ben, direct
weer op de fiets. En fiets, voor zover mogelijk, een stuk langs het
strand. Als ik bij de snelweg naar Muscat aankom en het zweet me uit
alle poriën gutst, ga ik terug, te warm. Mijn waterhuishouding is
verbazingwekkend goed (of te goed) op orde, blijf pissen. En dat zonder
bier. Buiten de chique hotels is hier bijna niet aan bier te komen. Deze
vakantie wordt wel een erg grote uitdaging.
Zwarte kraaien en witte meeuwen. Zonder een rotte opmerking te willen
plaatsen; maar zo komen de Omaanse vrouwen (geheel in het zwart) 's
middags op het strand bij mij over. De wit geklede 'sjeiks' bevolken, al
waterpijp rokend, 's avonds de terrassen.
Zondag 12 december 2004 |
Muscat - Nizwa ( 167 km) |
Een beetje vreemde verhouding tussen vakantie, sport, hobby en
ontspanning vandaag. Eerder een geval van zelfkastijding. Bloedheet, 100
km langzaam stijgend en, behalve droge dorre kale bergen, weinig te zien
onderweg.
Het gebrek aan schaduw doet het gemis aan bier in het niet zinken. Ik
rust achter bushokjes, onder viaducten en af en toe in een winkel.
Vanmorgen, in het pikdonker, op aanraden van een vriendelijk Omaan, al
om halfvijf vertrokken. Om vijf uur het zweet dik op de kop. Het is
donker, maar de vierbaansweg is goed verlicht en op dit tijdstip erg
rustig. Totdat ik bij het vliegveld kom; hier wel lantaarnpalen, maar
donker, stik donker. Ik fiets voorzichtig langzaam verder. Als ik bij
een kruising kom wacht ik tot een auto het bord verlicht. Na het
vliegveld linksaf richting Nizwa. En dan langzaam omhoog. Ik ben kapot,
onderweg neem ik ORS, (iets wat ik anders nooit doe) om weer een beetje
grip op mezelf te krijgen. Ik drink zes liter water en vier blikjes
cola. Onderweg is genoeg te koop in winkeltjes en benzinepompstations.
Mijn rechter knie begint pijn te doen. Ik ben benieuwd hoe deze
fietstour verder gaat. De hitte en het gebrek aan schaduw maken het zeer
zeker niet plezierig.
Overigens, heb ik nu wel bier; Tuborg. Ook Heineken, Amstel en Bavaria
staan op het menu. Daar heb ik dan ook jammer genoeg een echt
toeristenhotel voor terug. Tot nu toe bevalt het me, ondanks het gemis
aan bier, tussen de Omani beter. De bus met Japanners is net weer weg.
Gisteravond op het strand een tijdje met Zahram staan praten. Een
intelligente bereisde jongeman. Was in Amsterdam, Spanje, Kenia en nog
meer landen geweest. Na het bezoek aan Amsterdam hebben hij en zijn
vriend het wachten op het Mohammedaanse hiernamaals, er staan hun daar (ik
dacht) 15 jonge maagden te wachten, maar opgegeven. Het paradijs is nog
maar afwachten, zo verteld hij. En in Amsterdam kun je nu alles al
krijgen. Ook een Mohammedaan kan van zijn geloof vallen. Hij is het met
me eens, dat als er een paradijs bestaat, wij er binnengelaten zullen
worden. Dit, omdat wij goede mensen zijn. Bij Amsterdam komt ook de
moord op Theo van Gogh ter sprake. Voorlopig gaat hij even niet naar
Nederland. Maar zo zegt hij in elk land in elk geloof komen zulke
extremisten voor.
Ik voel me hier erg veilig. De mensen zijn zeer vriendelijk. Onderweg
vragen ze of ik genoeg water bij me heb. En bij een winkel krijg ik van
een vertrekkende klant een vitamine drankje. Ook onderweg veel getoeter
en zwaaiende handen. Ik probeer ze alle terug te groeten.
Twintig kilometer voor Nizwa is ook een hotel. (Hotel Nizwa) Om hier te
komen moet je niet de snelweg richting Nizwa volgen, maar in Izki de
oude weg naar Nizwa nemen.
Maandag 13 december 2004 |
Nizwa |
Nog een dag in Nizwa, ben uitgeput. De hitte is moordend, anders dan
bijvoorbeeld de Aziatische hitte, die vochtiger is. Deze droge hitte
vind ik moeilijk te dragen. Morgen weer vroeg op pad.
Het voordeel van niet te veel plannen is, dat je elke dag je plannen
weer kunt aanpassen. Heb ik nu dus weer gedaan. Ga niet van hier naar de
kustweg, die ook niet echt langs de kust loopt. Maar neem de ‘hoofdweg’.
Aan deze weg staan over een afstand van 1000 kilometer vier of vijf
hotels. Beter dan in een tent op de dorre vlakte. Een echte kampeerder
ben ik sowieso niet. Tot nu toe heb ik ook nog geen goede plaatsen
gezien om een tent op te zetten. Daarbij de hitte, en nergens schaduw,
ik hoop dat ik de tent niet hoef op te zetten.
Vanmorgen Nizwa bezocht. Erg toeristisch. Behalve de souq (markt) waar
de Omani zelf hun inkopen doen, niet erg veel te zien. Jammer genoeg
weigeren de handelaren zich te laten fotograferen. Ook het fort, wat in
de boeken zeer geprezen wordt, vind ik niet bijzonder.
Er zijn ongeveer 500 forten in Omaan. Ze werden gebouwd om hun
lucratieve handelsroutes tegenover vijandige stammen te beschermen. Ook
de Perzen en de Portugezen wilden nog wel eens binnenvallen.
Dinsdag 14 december 2004 |
Nizwa – Al Ghaba (183 km) |
Na 60 km. Na Adam, met 6 liter water en wat cola begint de 120 km
lange reis door de echte woestijn. Eerder een vlakke woestenij. Geen
mooie kleurige, glooiende zandduinen. Vlakte, vlakte en af en toe, heel
af en toe een boompje. Zelfs geen bushokjes meer om even in de schaduw
uit te rusten. Wie moet hier ook in de bus stappen. Behalve misschien
die kameel, die me aankijkt met en blik "wat heb ik nu aan mijn bult
hangen". Ja kameel, een fietser, alleen op de vlakte.
De weg is goed, breed, met vluchtstroken, prettig om op te fietsen. Maar,
maar de hitte, zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt. Drinken en eten,
elk half uur een beetje,in de brandende zon, nergens schaduw.
Toch begin ik door mijn reserves heen te raken. Lichte hoofdpijn en
trillende knieën bij de rustpauzes waarschuwen mij. De rustpauzes zijn
kort; met de fietswind is het nog enigszins uit te houden. Stilstaan is
nog meer hitte en direct een hoop vliegen in je nek.
Weinig verkeer op de weg, net genoeg om je niet helemaal alleen op de
wereld te voelen. Wel heb ik een dagtaak aan het groeten van
tegenliggers en meerijders. Als een militaire colonne mij na een
rustpauze voor de tweede keer inhaalt, is het of ik door een finish rij.
Luid getoeter, zwaaien, duimen omhoog. Leuk, zeer aangenaam.
Een Toyota met een stel geiten in de laadbak komt langzaam maast me
rijden. Erin, tot mijn verbazing, twee gesluierde vrouwen. Niet met
doeken, maar met een soort koperen helmpje, op de neus een scherpe vouw.
Nog nooit gezien. Mooi getatoeëerde of beschilderde handen. Duim omhoog.
Waar ga je naar toe? Ghaba. Oké.....
De hitte zindert over de weg. Links en rechts is het alsof ik zo
dadelijk een moeras in zal rijden. Als ik er ben is alles nog steeds dor
en droog. Fata morgana's? Het eiland met de steile kliffen direct voor
de kust blijft wel erg lang liggen?
Tweestrijd. Wat zal ik doen fiets of bus. Volgens mijn eigen
berekeningen was het volgende guesthouse ongeveer 190 km. Volgens de
baas hier, meer dan 220 km. Met de ervaringen van vandaag, net iets te
ver. In het donker, zeer vroeg vertrekken, over deze weg te fietsen is
ook een optie, maar geen ongevaarlijke.
Het is niet de afstand maar de hitte en misschien ook nog niet eens de
hitte maar de totale afwezigheid van enigerlei vorm van schaduw waar ik
me zorgen over maak. Geen enkele plaats om uit te rusten.
Op mijn mp3 speler staat een nummer van Tom Waits "I always play Russian
roulette in my head". dat gevoel had ik vandaag ook; hoelang houd ik dit
nog vol.
Woensdag 15 december 2004 |
Al Ghaba – Salalah ( bus ) |
Oud voel ik me niet, nog nooit oud gevoeld. Toch begint het langzaam
tot mijn trage hersenen door te dringen dat ik ook niet jonger word.
De woestijn heeft gewonnen....
In Al Ghaba vraag ik hoe laat de bus naar Salalah vertrekt. Half acht,
neen half elf. Ik vraag nog maar iemand; half acht vertelt deze. Om
zeven uur sta ik dus bij de bushalte. Precies om half acht scheurt aan
de overzijde de bus naar Muscat voorbij. De mijne gaat dus toch om half
elf. Dan maar liften.
De eerste 300 km krijg ik een lift van een sleeptruck. Aardige Pakistaan,
achter het stuur. Spreekt jammer genoeg slecht Engels. Toch ben ik blij
met de weinige conversatie, want elke keer als hij iets zegt kijkt hij
me strak aan.Met buiten een zeer dikke natte mist. (om 10 uur breekt de
zon weer ongenadig door) Nog geen 30 meter zicht. We blijven
doorscheuren. De weg wordt slechter de vluchtstroken ook. Toch goed dat
ik niet op de fiets zit?
NEEN, achteraf waren mijn berekeningen correct en is er na zo'n 190 km
na Al Ghaba in Hayma wel degelijk een guesthouse.
Op dit stuk weg staan, bij de parkeerplaatsen, een soort stenen
prieeltjes.
Goed om in de schaduw uit te rusten. Achteraf is makkelijk praten.
Littering And Spoiling Of Oil Forbidden. Staat bij elke parkeerplaats.
Het eerste kan ik begrijpen, maar het tweede; we zitten midden in de
olievelden.....
De Pakistaan brengt mij tot Ghaftayn, waar ik verder de bus naar Salalah
neem. 400 km 3 Riaal, ongeveer 7 euro.
Om half zeven ben ik na vier uren bussen in Salalah. Als ik de
klok-rotonde zie stap ik uit. Het Haffa House hotel is zo groot dat ik
er voorbij loop, terwijl men het mij duidelijk aangewezen heeft. De
kamers zijn mooi en groot. Voor het eerst vraagt men mij nadrukkelijk,
de fiets op slot te zetten.
Nog steeds geen bier......
Voor wie het gehele stuk wel wil fietsen (het is te doen) hier de
afstanden tussen de Guesthouses.
Al Ghaba |
Hayma |
190 km |
|
Hayma |
Al Ghaftayn |
90 km |
|
Al Ghaftayn |
Qabit |
130 km |
|
Qabit |
Thumrayt |
180 km |
Langzaam omhoog |
Thumrayt |
Salalah |
80 km |
|
Het laatste stuk is iets steiler met een stevige (vierbaansweg)
afdaling.
Donderdag 16 december 2004 |
Salalah |
Vandaag een beetje rond en in Salalah gefietst. Veel drukte weinig
bezienswaardigheden. Raysut, niets te zien, kun je van je kaart gummen.
Atins gardens; half verdorde bomen. Erbij een restaurant met twee
afdelingen. Een voor families en een voor mannen. Als vrouw alleen kun
je het hier dus wel vergeten.
Verder omhoog naar de graftombe van Job, de profeet. Is erg steil.
Halverwege wegens de hitte teruggekeerd. Veel loslopende kamelen
onderweg. Ze noemen ze camels. Ze hebben maar één bult dus volgens mij
zijn het dromedarissen!?
Volgens de britannica is de één bult een “Arabian camel” of wel
“Dromedary camel”
De eigenaren laten ze vrij rondlopen, tegen de avond komen ze zelf weer
naar de stal terug.
Op het vliegveld nog even nagevraagd of de fiets in het vliegtuig
problemen geeft. Ik wil van Salalah naar Muscat met een binnenlandse
vlucht. No problem. Je mag zelfs 45 kilogram meenemen. Omanair vliegt
elke dag tweemaal naar Muscat, 13:20 en 18:05 uur. Op vrijdag om 17:00
en 22:00 uur. Enkeltje kost 38 Riaal (maal 2,2 en je hebt de Euro’s).
Wierook, zelf ben ik er niet zo’n groot liefhebber van. Op drie plaatsen
in de wereld; Oman, Jemen en Somalië groeit deze boom. Als rubber, met
kerven in de bast; napjes eronder, wordt het gewonnen. Op het moment dat
het Kindeke Jezus, wierook, mirre en goud van de Wijzen uit het oosten
kreeg, had de wierook meer waarde dan het goud. Voordat de mensen hier
wisten dat ze op olie zaten, hadden ze al een rijke handel in wierook
met andere delen van de wereld.
Vrijdag 17 december 2004 |
Salalah – Mughsail ( 48 km ) |
In de dorre woestenij, aan het strand heb ik voor twee dagen een
huisje gehuurd. Al-Mughsail Beach Tourist Restaurant & Park. Het park
stelt niets voor, dor gras. Ze hebben vier huisjes. Hoe langer je blijft
des te goedkoper wordt het; 1 nacht 15, 2 nachten 25 en 3 nachten 30
Riaal. Het restaurant heeft een prachtig dakterras, vanwaar je de
dolfijnen in de Arabische zee moet kunnen zien zwemmen. Flamingo's op
het strand.
Als ik om 10:00 uur aankom is alles nog gesloten. Even wachten en ik
krijg een huisje, alles is nog vrij. Het hoogseizoen is hier in de zomer
(juli). Als de rest van het Midden Oosten gegeseld wordt door
temperaturen van 50 graden of meer. Heerst hier de moesson (of Khareef)
met koel, nat en mistig weer. Wat veel Arabieren naar hier doet vluchten.
Al zwetend een heuvel beklimmend krijg ik vanmorgen mijn eerste
middelvinger. Meestal is het de duim, omhoog. De mensen hier, in de
Dofar provincie zijn toch wat anders dan in het noorden. Eeuwenlang was
Dofar een autonome staat. Pas laat in de 19de eeuw zijn ze onder
heerschappij van Muscat gekomen. In 1962 werd het Dofar Nationalistisch
Front verslagen en kwam er rust in Oman.
Zaterdag 18 december 2004 |
Mughsail |
Mughsail is een vissersdorp. Wie zich Mughsail echter voorstelt als
een Grieks pittoresk havenplaatsje kan zich direct na terugkeer op
Schiphol bij de psychiater melden.
Vier rijen van tien huizenblokken, een moskee en een FoodStuff winkeltje.
Op het strand enkele bootjes plus 4WD's die ze op het strand trekken.
Van de vangst wordt alleen de inktvis meegenomen. De rest waaronder
maanvissen en kogelvissen wordt op het strand gegooid.
Ik volg een groepje kamelen dat zich gedraagt alsof ze de bus van negen
uur moeten halen. Achter een heuvel, enkele kilometers landinwaarts
verzamelen ze zich bij een klein meertje en slurpen zich vol. Tot mijn
verbazing zwemmen er zelfs vissen in het watergat.
De Omani gooien gedachteloos hun afval op straat. De Pakistani ruimen
alles weer netjes op. Ze worden door de Omani betaald.
Alle zware en vieze werk in Oman wordt door gastarbeiders uitgevoerd.
Uit Pakistan, India, Bangladesh. In de scholen Jordaniër en Egyptenaren.
De goed betaalde overheidsbaantjes zijn alleen aan de Omani voorbehouden.
Ik las ergens; het enige moment waarop de Omani werken is, als ze
kinderen maken en als ze autorijden. Beide kunnen ze goed.Alle werk op
straat en in de winkels wordt door buitenlanders uitgevoerd.
Taxichauffeurs zijn hierop een uitzondering, dit zijn weer Omani.
Met al die gastarbeiders, is het moeilijk de 'eigen' Omaanse cultuur te
ontdekken. De chique restaurants zijn voor toeristen, de andere zijn van
India of Pakistan. De GCC(Gulf Co-operating Council) heeft zijn zorg
uitgesproken over het groot aantal gastarbeiders in de Golfstaten nu 12
miljoen, over 10 jaar is de verwachting 18 miljoen buitenlandse
werknemers.
Nog steeds geen bier. Al dat zoete spul, cola,7Up en appelsap begint me
de strot uit te komen. Je moet in deze hitte toch blijven drinken.
Zondag 19 december 2004 |
Mughsail – Salalah ( 57 km ) |
Terug in Salalah. Morgen vlieg ik terug naar Muscat of wel As Seeb
Airport. Van As Seeb is het nog 40 km naar Muscat, en die kant wil ik
niet op. Het is moeilijk informatie te krijgen over andere gebieden dan
de directe omgeving.
De trut bij de receptie van het hotel weet nog niets eens dat er vlak om
de hoek van het hotel een brievenbus is.
Gisteravond een tijdje met een Indische bediende gepraat. Hij is hier nu
een jaar en wil er nog twee blijven. Gelukkig is hij niet. In Mughsail
is er behalve werken niets te doen. Hij verdient 5 euro per dag, met
kost en inwoning. Veel geld stuurt hij naar zijn familie in India. Ik
verdien hier veel meer dan in India (waar hij taxichauffeur en
verzekeringen verkoper was) maar vaak heb ik er spijt van dat ik hier
gekomen ben. Hij wil graag naar Abu Dhabi. Waar je nog meer kunt
verdienen. Op dit moment is er een (te) groot aanbod van gastarbeiders,
dus moeilijk aan werk te komen.
Twee dagen gegeten en gedronken voor nog geen 20 euro. Een blikje cola
kost hier, buiten de toeristengebieden, 22 eurocent. Is het hier zo
goedkoop, of hebben ze bij ons woekerprijzen. Een zelfde blikje cola 10
maal zo duur!?
Als ik vanmorgen mijn ticket bij OmanAir afhaal zitten daar ook enkele
zwart gesluierde vrouwen. Ook zij gluren naar mij, als ik naar hen.
Gesluierd; precies het tegenovergestelde als een misdadiger op TV. Hij/Zij
heeft een zwart rechthoekje voor zijn ogen. Bij deze vrouwen zie je
alleen het kleine rechthoekje en de rest is zwart.
Maandag 20 december 2004 |
Salalah – As Seeb ( Vliegtuig) |
Shit, de lucht MOET uit de banden van de fiets. Ik laat er een beetje
uitlopen, na het inchecken willen ze ze helemaal leeg hebben. Met de
fiets, fietstassen en tent/slaapzak heb ik totaal 40 kg. Ik schrik ervan.
Met een paar flessen water erbij zit ik zo aan de 50 kg.
De vlucht gaat lekker, anderhalf uur. Landing 15:10 uur, 34 graden. Bij
aankomst op het vliegveld moet ik me haasten, ze willen de zaal voor
binnenlandse vluchten afsluiten.
Ik neem het Golden Tulip hotel vlakbij het vliegveld. Niet goedkoop.
Maar na een tweede keer vragen krijg ik een korting van 25 Euro. Ook had
ik gehoopt hier een pilsje te kunnen drinken; even wachten pas na 6:00
uur.
De lolkale ‘specialisten’ weten het weer uitstekend. Volgens de een is
er helemaal geen hotel tussen hier en Sohar. Volgens de ander al na 50
km (Sawadi). Ik was van plan ergens onderweg naar Sohar te blijven en
dan, zonder bepakking, uitstapjes in de bergen te maken.
Plannen veranderen (weer).
Ik ga nu eerst naar Sohar, daar weet ik zeker dat er twee hotels zijn.
Onderweg zie ik wel waar ik op de terugweg stops kan maken.
Met alle respect. Toch is het bijna angstaanjagend, in de lift naast,
een totaal in het zwart gesluierde vrouw. Nogmaals met respect, maar het
lijkt meer op een geest dan op een mens.
Bij de ingang van het Tulip Hotel ontmoet ik een Duitse Pakistaan.
Gastarbeider; voor de feestdagen even terug naar het moederland. Hun
vliegtuig was al in Pakistan maar moest wegens zeer dichte mist
terugkeren. Beide; de Pakistani, door de luchtvaartmaatschappij,
hieronder gebracht en het Tulip personeel staan onwennig tegenover
elkaar.
Dinsdag 21 december 2004 |
As Seeb – As Suwaiq ( 107 km) |
Na 104 km, op de rotonde, Al Suwaiq rechtsaf, naar hotel linksaf. Nog
drie kilometer. Waar ben ik? Weer in de woestijn? Op de drie kilometer
vraag ik nog tweemaal waar het hotel is. Ja, die kant op. In de middle
of nowhere. Na het douchen begrijp ik waarom zover weg van alles. ZE
HEBBEN BIER. Wat smaakt dat goed na een stoffige hete rit. Er wipt
regelmatig een witte ‘sjeik’ binnen om een pilsje te drinken. Heineken
doet het hier volgens de barkeeper erg goed.
Vandaag meer dan 100 km snelweg. Waar mogelijk neem ik de parallel weg.
Maar deze houdt soms spontaan op, en op veel plaatsen vinden onderhouds
werkzaamheden plaats. Veel asfalt, veel stoffige (palm)bomen. Niet echt
een mooi landschap. De prachtig bloeiende bougainvillea bij de sjieke
grote villa’s valt op deze plaatsen dan het meest op. De zee is rechts
maar kan ik niet zien, de bergen links in een zonnige wazige nevel.
Het raadsel van de wel en niet verlichte snelweg hebben ze vanmorgen ook
voor me opgelost. Het is eenvoudig een tijdschakelaar die nog op de
zonsopkomst van de zomer staat en die men niet heeft aangepast.
Avond. Regen, voor de eerste keer regen. Heerlijk koel. “Stop if the
water is at red” Staat er op borden langs veel wegen. Wadi’s, (droge)
rivierbeddingen, gaan eenvoudigweg over de straat. Het regent zo weinig
dat men geen moeite doet op bruggen te bouwen. Het verkeer wordt gewoon
even stilgelegd. Op het diepste punt van de wadi staat een paaltje, De
onderste 30 centimeter wit, de rest rood. Stoppen bij rood dus.
Op 14 km in As Seeb is het Al-Hail Hotel, rechts voor viaduct. Na 68 km
het Al Sawadi Beach Resort.
Woensdag 22 december 2004 |
As Suwaiq - Sohar ( 110 km ) |
De eerste drie uren heerlijke bewolking. Van de regen van gisteravond
is niets meer te zien. Een Omaan die ik onderweg spreek, verteld dat het
al vier jaar niet geregend heeft.
Deze steek is wat groener. Met irrigatie vind er hier wat landbouw
plaats. Af en toe zie ik bananenplantages. Verder veel snelweg. Niet aan
te bevelen.
Ik ben nu in Sohar. De stad van Sinbad. Heb mezelf een goed hotel
gegeven. Als ik weet waar ik de volgende dag heen wil, laat ik in het
hotel waar ik ben, voor het volgende hotel een reservering maken. Dit
met de boodschap. Dat ze proberen voor een ‘arme’ fietser af te dingen.
Volgens de prijzen in de boeken lukt ze dat ook nog. Wat ze allemaal in
het Arabisch te vertellen hebben weet ik niet.
Wederom tweestrijd. Zelfde weg terug of over de bergen. Op het eerste
gezicht lijkt de keuze niet moeilijk. Zelfde weg terug is niet leuk.
Achterlangs de bergen is minimaal vier dagen, en dat is precies wat ik
nog over heb. Geen dag meer om ergens te rusten dus. De afstanden zijn
niet gering 100, 160, 140 en 160 km. Maar t’is wel weer een uitdaging.
Daarbij komt dat ik dan Oman even moeten verlaten om ongeveer 30 km door
Abu Dhabi (Verenigde Arabisch Emiraten) te fietsen. Waarschijnlijk moet
dan ook weer een nieuwe visum voor Oman kopen.
De zelfde weg terug, kan ik Nakhal bezoeken, met een mooi fort en de
mooie oase daar bezoeken. Het hotel dat er volgend de Lonely Planet vier
jaar geleden al verlaten uitzag, neemt de telefoon niet (meer) op.
Ook hier is de toeristenstroom sinds de oorlog in Irak teruggelopen, zo
vertelt mij de Indische barman. De Europeanen denken dat het overal in
het Midden Oosten gevaarlijk is. Jammer. Alles rustig hier, al jaren.
Donderdag 23 december 2004 |
Sohar |
Getverderrie. Mierzoete thee met veel melk. Toch, uit beleefdheid,
netjes leeg drinken. De familie er omheen. De opa mag ik op de foto
zetten. De dame die de thee brengt niet. Na de thee komt de koffie. Ze
zeggen zelf al “Je slaapt nooit weer” zo sterk is t’ie. De koffie sla ik
dus beleefd af.
Veel mensen willen niet op de foto. De vrouwen lopen sowieso weg als ze
een vreemdeling zien. Allen twee jonge meisjes laten zich giechelend op
de foto zetten.
Vanmorgen even langs de kust naar Sohar gefietst. Leuk langs het strand;
veel bedrijvigheid. In het stadje zelf, een grote boulevard; geen kip en
geen Omaan te zien. Het fort is er een van de vele.
Kerstmuziek past voor mijn gevoel helemaal niet hier. Toch zijn de wat
grotere hotels alle in kerststemming.
Vrijdag 24 december 2004 |
Sohar – Al Ain (117 km) |
De douane van Oman staat op 40 km voor de grens. Na 66 km zie ik iets
dat eruit ziet als de douane. Alle auto's rijden langzaam door. Ik ook.
Geschreeuw. Geroep. Fiets toch maar even terug. De douane wil alleen
maar even een praatje maken. Zoveel fietsers komen hier niet langs.
Zeven kilometer verder is de echte douane. Problemen! Ik moet meekomen
in het kantoor. Er wordt mij gevraagd het hotel waar ik vandaan kom te
bellen.
Waarom? Het hotel heeft de douane gebeld met het verzoek mij terug te
laten bellen. Ik zou iets hebben laten liggen. De douane wil me niet
laten bellen, kan niet, alleen intern. Telefoonkaarten heb ik niet. GSM
vind ik hier te duur voor.
Ik vertel de douane meneer dat ik een boek heb laten liggen. Uitgelezen,
is weer een kilo minder bagage. Ze mogen het houden. Het duurt 10
minuten, wat er in die tijd gebeurt weet ik niet. Maar met stempel in
mijn paspoort mag ik gaan. Het visum voor Oman is nu ongeldig, morgen
moet ik een nieuwe kopen.
Mooie tocht vandaag, de mooiste tot nu toe. Na 14 km op de rotonde gaat
het langzaam, maar gestadig omhoog naar Al-Burami. Tot de douane is de
natuur wat aangenamer, wat groener. Er staat af en toe zelfs water in de
'droge' rivierbeddingen. Kleine en grote forten larderen de heuveltoppen.
Na de douane een droge dorre lege langzaam aflopende vlakte. Hier kan ik
weer wat meer snelheid maken.
Bij de 'echte' grens met Abu Dhabi steken ze alleen de duim omhoog, ik
kan doorfietsen.
In Al Ain stap ik het Hilton binnen (een van de goedkoopste hier).
Excuseer me voor mijn verschijning, bezweet, bestoft. En vraag of ze een
kamer voor een redelijke prijs hebben. Dat heeft de aardige mevrouw. De
prijs is stukken lager dan in de 'oude' boeken staat aangegeven. Bevalt
me wel. Het hotel is très chique. Vijf restaurants, twee swimming-pools
en nog veel meer. Jammer dat ik geen dagen meer over heb.
Waarom kijken al die 'rijke' mensen toch zo chagrijnig. Ze eten goed, ze
drinken goed en zitten in een goed hotel. Toch zien ze er bijna alle
verveeld uit.
Vanmiddag nog even door Al Ain gefietst viel tegen. De oase was bijna
droog.
De markten (souqs) heb ik wel gezien. De stad barst van de rotondes, op
bijna elke straathoek is er een. Even goed opletten voor het afslaande
verkeer, die willen me nog wel eens snijden, als ik nog een kwart verder
moet.
Ik hoor net een vreemd verhaal. Ik moet eerst een EXIT stempel halen
morgenvroeg, anders kom ik de grens niet over. Ik vertel dat ik ook geen
ENTRY stempel heb. De hotelbediende kijkt me vreemd aan. Het gebouw is
20 minuten, met de auto hier vandaan. In de tegenovergestelde richting.
De stempel moet op dezelfde dag gehaald worden als het land verlaten
wordt. Ik ga er morgen eerst maar even met een taxi naar toe. Morgen
staat 160 km op de planning als ik eerst de stempel moet halen, vraag ik
me af of ik dat alles in 1 dag haal. Om 5:15 uur heb ik de taxi besteld,
stempel halen, op de fiets. Op de rotonde bij het Hilton richting Mezyad.
Waar dat precies ligt weet ik niet maar een ieder die ik vraag stuurt me
die kant op.
Dan moet ik ook nog aan de Omaanse kant een nieuwe visum halen. Word een
lange kerstdag morgen. Heb trouwens totaal geen kerstgevoel, hoewel hier
in het hotel ook diverse kerstbomen en stallen staan. De kerstmuziek,
tot vervelens toe, klinkt overal.
Zaterdag 24 december 2004 |
Al Ain – Ibri (99 km) |
Wat een kerstdag; om nooit te vergeten.
Weer die woestijn........
Ik vertrek om 6 uur van het hotel, licht stijgende weg met een stevige
wind op de neus. Na 22 km, na de douane, krijg ik net 15 op de teller.
Later met veel moeite nog maar 10 a 11.
Het stormt. Een vette zandstorm recht op mijn kop. Het zand knarst
tussen mijn kiezen. Ik fiets door een sluier van zand. De horizon word
steeds waziger. De auto's ontsteken hun lichten.
Dit is wel de echte woestijn, nu met mooie stuifduinen. Pet en zonnebril
op, om het zand uit de ogen te houden. Af en toe een kameel en een auto,
een rustig langzaan stijgende weg. Ook nu word ik weer uitgenodigd
koffie te drinken en te eten. Nergens een huis te zien.Ik twijfel.
Jammer doe het niet, als ik meer dagen had, had ik het zeker gedaan.
Na 74 km een dorpje. Het is 12 uur. Ik eet en drink wat en vul mijn
voorraden weer aan.
De geplande 150 km haal ik voor donker niet. Ik besluit nog 3 uur door
te modderen en dan te gaan liften.
Al na 100 km ben ik het spuugzat. Lichamelijk nog wel wat over, om de
resterende 50 km te fietsen. Maar die wind; ik haal het sowieso niet.
Na ongeveer 10 minuten lopen stopt een kleine Toyota pick-up met een 'sjeik'
die me naar Ibri brengt.
De douane; een ander onprettig kerstverhaal. Op advies van het
hotelpersoneel neem ik om 05:15 uur een taxi naar de douane om een exit
stempel te halen. Tot mijn verrassing brengt de taxi me 22 km terug waar
ik gisteren de grens gepasseerd ben. Vriendelijk groetend, Oké , Oké,
mocht ik gisteren doorfietsen.
Vandaag; als je geen entry stempel hebt, krijg je ook geen exit stempel.
Doei.
Onverrichter zake terug, 75 dirham lichter.
Ik stap op de fiets richting Mezyad. Laat je niets wijs maken, in Mezyad
is aan beide zijden van de grens, de emiraten en in Oman een volledig
ingerichte douane post.
Kom ik daar, vul een exit formulier in, maar krijg geen stempel omdat ik,
je weet wel, geen entry stempel heb. Je begrijpt het al, ambtenarij, wat
nu te doen? Na een half uur besluit men mij dan toch maar zonder
stempels te laten vertrekken.
Officieel ben ik dus nooit in de Verenigde Arabische Emiraten geweest.
Naar de douane van Oman. Daar 'ontdekt' men dan mijn single entry visum
nu niet meer geldig is. Geluk, voor 6 riaal krijg ik een nieuwe.
Het visum voor Oman kun je beter IN Oman kopen. Ik heb het via
www.visum.nl gekocht. Veel duurder. Het enige voordeel is, dat je bij
binnenkomst niet meer in de rij voor het visum hoeft.
Alles bij elkaar kost me dit meer dan een uur. Niet dat ik haast heb. Ik
wil zoveel mogelijk gebruik maken van de ochtendkoelte.
Wat het Sohar Beach hotel precies van mij wil weet ik nog niet. Ook in
dit hotel heeft men opgebeld en naar mij gevraagd.
De hotelbediende wist niet waarom. Achteraf heb ik gezien dat ze maar 1
in plaats van 2 nachten in rekening gebracht hebben. Bij het afrekenen
in 'vreemde' hotels heb ik een simpele regel. Ik denk dat ik in ongeveer
weet wat ik betalen moet. Is het meer, dan controleer ik de rekening. Is
het minder, dan betaal in eenvoudig. In Sohar heb ik direct betaald.
Zondag 26 december 2004 |
Ibri – Nizwa (156 km) |
Het valse plat gaat gemeen omhoog. Daarbij komt de wind na een uur
ook weer als een razende roeland om de hoek kijken. De eerste 7 uur
sudder ik met een gangetje van 13, 14 km per uur.
Na 77 km, na een heuveltje gaat het met een rotgang richting Bahla. Het
duurt toch wel even voor ik daar na 110 km ben.
Daar aangekomen geef ik mezelf een dubbele portie ORS en prop een paar
bananen naar binnen. De Cola en het water komen me de oren uit. Mijn
keel blijft gort droog. Honger heb ik helemaal niet.
In Bahla staat, zo zegt men , het mooiste fort van Oman. Ik vind er
niets aan. Te vermoeid? Maak nog niet eens een foto.
Na 116 km het Bahla Motel. Overweeg nog even om hier te overnachten. Doe
het toch maar niet, anders word de laatste etappe van morgen wel erg
lang.
Hoelang kan een mens doorgaan. Ik heb mijn grenzen (bijna) bereikt. Of
ze hebben mij bereikt? Als ik op mijn voeten sta, beginnen mijn benen
angstaanjagend te trillen. Ik blijf liever op de fiets. Maar moet nog
steeds piessen, een goed teken.
De weg van Bahla naar Nizwa is mooi. Links en rechts bergruggen en
verschillende oases. Ik heb er weinig oog voor. De weg heeft geen of
slechte vluchtstroken en het is er druk.
Het Ibri Oasis hotel is 10 km ten oosten van Ibri. In Ibri, bij de grote
moskee rotonde nog het Ibri Guest House gezien. Het Ibri Tourist Hotel,
wat ten westen van Ibri zou moeten staan heb ik niet gezien.
Ik was het alweer vergeten. Het is nog steeds kerstfeest. Vanavond weer
een groots lopend buffet. Snob als ik ben; heb ik ook genoeg gezien. Ik
zit liever in een rustig lokaal restaurantje. Maar ja, daar hebben ze
geen pilsje. En dat smaakt, na 160 km fietsen in zon en wind.
Tijdens het kerstbuffet, met 'feestelijke' verlichting en kerstbomen,
roept de iman op tot het avondgebed. Niemand (hier) schijnt het te horen.
Het geluid voor het oproepen tot gebed in geheel Oman zeer bescheiden.
Maandag 27 december 2004 |
Nizwa – As Seeb (144 km) |
Wat een mooie fietsdag lijkt te worden eindigt toch ietwat anders.
Ik neem de 'oude' weg van Nizwa naar Itzki. Licht glooiend, wind in de
rug.
Lekker. In Itzki begint het tegenovergestelde van de eerste fietsdag. Nu
ongeveer 100 km bergafwaarts. Af en toe een klimmetje. Ook weer de wind
in de rug, gaat als een trein. Het is licht bewolkt, aangenaam koel.
Zo'n 60 km voor de kust draait de wind en blaast een harde koude wind
recht op mijn snoet. In T-shirt en korte broek wordt het onaangenaam
fris. Als toetje begint het de laatste 10 km ook nog te regenen, hard.
Een politieauto stopt op de snelweg "Can I Help You?. Neen dank u ik ga
naar dat hotel, het is niet ver meer.
Druipend van de regen meld ik me bij de balie. Ik vraag een kamer voor
een redelijke prijs. Ze kennen me nog van de vorige week.
Ook de ober in het restaurant weet nog dat ik graag in Budweiser drink.
Regen. Echt koud is het niet. Maar nu gaan de wadi's vollopen. Zou ik
eindelijk die droge rivieren eens gevuld kunnen zien; ga ik morgen naar
huis.
Jammer, had graag de overspoelde wegen gezien.
Dinsdag 28 december 2004 |
As Seeb |
Maak mijn fiets vlieg-gereed ik. De man in de souvenirwinkel probeert
me nog iets aan te smeren. Ik heb niets nodig, dus ik probeer mijn
onderhandeling technieken uit. Riaal heb ik nog (te) veel. Deze
inwisselen levert ook verlies op. Iets nuttigs kopen kan dus een
oplossing zijn. In koop na veel handjeklap twee zilveren kokers die in
de paleizen als een soort envelop voor berichten gebruikt werden.
Woensdag 29 december 2004 |
Muscat - Apeldoorn |
De vlucht verloopt precies volgens schema. Ook nu ‘vergeet’ men weer
de 60 Euro voor de fiets in rekening te brengen.
Vaak heeft men mij gevraagd. Waarom ga je naar Oman? Het is toch
gevaarlijk daar met al die oorlogen. Niets is minder waar. Inderdaad, er
komen minder toeristen. Deze zijn echter ook verkeerd geïnformeerd en
hebben dus een onterechte angst voor Oman.
Oman kan ik zeggen, is voor mij het veiligste en vriendelijkste land tot
nu toe, waar ik een fietsvakantie heb doorgebracht.
Geen moment heb ik mij bedreigd gevoeld. Juist het tegenovergestelde;
als ik pech krijg weet/wist ik zeker dat er binnen 10 minuten een
behulpzame Omaan zal stoppen. En in de twee gevallen waar ik gelift heb,
is dat ook gebeurd.
Ook vaak tijdens rustpauzes stopte men, om te vragen of er hulp geboden
moest worden.
In totaal 1425 kilometer gefietst. Behalve een doorgezakte stander van
de fiets heeft de Villiger Cabonga het uitstekende gedaan. Het is ook
met bepakking een zeer stabiele fiets.
Apeldoorn januari 2005
Wim Leeuw
|
Nederland |
Oman |
|
|
|
Oppervlakte |
41.528 km² |
309.500 km² |
Aantal inwoners |
16,3 miljoen |
2,4 miljoen |
Aantal inwoners per km² |
480 |
11 |
Hoofdstad |
Amsterdam |
Muscat |
Aantal inwoners |
736000 |
790000 |